He J’Mien,
Ik zou je vorige week al bloggen, maar ik was in het buitenland voor mijn werk. Lijkt een heel gewone zin, toch? Voor veel mensen is het ook een heel gewone zin. Voor mij niet, voor jou ook niet.
Moeders van zorgintensieve kinderen gaan niet zo vaak naar het buitenland voor hun werk. Moeders van zorgintensieve kinderen gaan vaak niet eens naar hun werk. Moeders van zorgintensieve kinderen hebben maar al te vaak een keuze moeten maken in de jaren dat de zorg loodzwaar is. Ook bij mij ging dat zo. Ik had een heerlijke baan, een goede baan en een fijne baan. Die zou ik combineren door part time te blijven werken en thuis de zorg voor de kinderen te verdelen. Maar zo ging het niet. Ebel werd steeds vaker ziek, ik kon niet meer even een oppas inhuren, ik moest wekelijks vaak meerdere keren naar het ziekenhuis, ik overzag het allemaal totaal niet meer. Uiteindelijk besloot ik te stoppen met mijn werk. Ik blijf herhalen dat dat mijn keuze was en niet die van mijn werkgever, die stond altijd voor me klaar, gaf me ruimte, ondersteunde me. Maar ik vond zelf dat ik niet meer zo werkte als van me verwacht kon worden, ik was daar gefrustreerd en verdrietig door en ik had het gevoel dat ik het nergens echt goed deed. Nu, als ik andere moeders spreek met jonge zorgintensieve kinderen, sta ik daar anders in. Als ze behoefte hebben aan mijn advies dan is dat om een klein stukje werk vast te houden, al is het maar een halve dag. Dan ben je even weg van je zorg, kom je de deur uit, spreek je anderen, ben je onderdeel van een groter geheel dan je eigen kleine gezin.
En er is nog een reden waarom ik dat zou adviseren. Toen ik na jaren ruimte kreeg om weer te gaan werken, bleek er niemand op me te wachten. Sterker nog, ik solliciteerde me suf en werd vaak niet eens meer uitgenodigd. Ik was inmiddels een veertiger met een ‘knik in haar carrière’ (zoals iemand dat eens tegen me zei) en daardoor kwam ik al snel onder op de stapel terecht. Ik vond dat vreselijk. Als je een zorgintensief kind hebt, voel je je – hoe hard dit ook klinkt – niet altijd een winnaar. Als je dan ook geen baan vindt, voel je dat weer. Ik voelde me dus, want zo voel je je als je geen winnaar bent, een verliezer. Het kwam goed, ik kreeg uiteindelijk een (stomme) baan en toen weer een veel leukere baan. Maar in die ontzettend leuke baan verdien ik minder dan ik in al die jaren er voor verdiende en ik heb nu al jaren steeds weer een tijdelijke contract. Het kwam dus ook weer niet helemaal goed.
Vorige week was ik voor een project in het buitenland. Ik liet de zorg voor Ebel over aan Bob en Robbert. Ik was weg, ik was alleen maar Willemien en niets meer en niets minder dan dat. Toen we terugkwamen was iedereen bekaf, maar ik niet. Thuis heb ik vierentwintig uur zorg in elke dag, daar had ik maar een uurtje of tien waarin ik moest werken en had ik veertien lege uren. Het was heerlijk. Maar het mooiste was toch om thuis te komen en te zien hoe goed het daar gegaan was. En toen nam ik de zorg weer over, niet omdat dat moet, maar omdat ik dat wil. En jij, hoe is het met jouw banenplannen?