Op 11 april 2002 werd hij geboren, onze Daan. Volkomen onverwacht braken mijn vliezen midden in de nacht. Zeven weken te vroeg. Op zich was dat geen wereldramp want met drieëndertig weken zwangerschap was mijn baby ruim levensvatbaar en mijn vruchtwater was helder. Dus bleef ik rustig. Ik maakte Paul wakker en belde ’s nachts de verloskundige. “Weet je het wel zeker?” vroeg ze en zuchtte hoorbaar. Ik wist het heel zeker. Om half vijf was ze er en bevestigde wat ik allang wist. Gebroken vliezen. Ik werd opgenomen in het ziekenhuis vanwege infectierisico en moest aan een infuus met weeënremmers. Die weeënremmers werkten maar kort. Drie dagen later trok mijn lijf zich er niks meer van aan. Er brak een weeënstorm los waarin ik amper adem kon halen. “Ach een eerste kindje mevrouw, dat duurt echt nog wel even.” Maar Paul vertrouwde het niet en trok de gynaecoloog er (bijna) aan zijn haren bij. Terecht. Ik had negen centimeter ontsluiting binnen anderhalf uur. Korte tijd later zette ik ons eerste kindje helemaal gezond op de wereld. Een zoon! Ik weet nog heel goed dat ik ontzettend opgelucht was toen ik hem hoorde huilen. Hij ademde! Daan woog vijf pond en kreeg een Apgar score van negen en twee keer een tien. Hartstikke gezond. Ons geluk duurde twee dagen. Daan kreeg problemen met ademhalen. Zijn zuurstoftekort veroorzaakte meerdere hersenbloedingen. Dat veranderde ons leven radicaal.
Confrontatie
Vorige week was de zoon van mijn vroegere schoolvriendinnetje jarig. Hij is even oud als Daan. Max woont in Amerika en kreeg voor zijn vijftiende verjaardag zijn eerste autorijles. Er zijn momenten dat ik de confrontatie met Daans gezonde leeftijdsgenoten moeilijk vind. Dit was zo’n moment. Dat had niets te maken met misgunnen of jaloezie. Het was simpelweg mijn toegedekte, altijd aanwezige verdriet dat totaal onverwacht naar boven schoot. Soms overvalt mij dat ineens en soms zie ik dat aankomen. Dan verzet ik mij daartegen. Zoals op Daans verjaardag deze week. Het is een valkuil om elk jaar op die dag te denken aan hoe het had kunnen zijn als.... Die valkuil vermijd ik vakkundig. Gewoon omdat ik dat wil. Omdat ik vind dat het op Daans verjaardag feest moet zijn. En het kan alleen feest zijn met een vrolijke gezellige moeder, zo simpel is dat.
Feestje op zijn Daans
Dinsdag werd Daan vijftien jaar en vierden we dus feest. ’s Ochtends vroeg kreeg ik een app van de Zorgboerderij. Een prachtige foto van een blije Daan met een geknutselde Buurman en Buurman muts. Hij had er zin in! Toevallig had Gijs die dag ’s middags vrij van school. Paul plande ook de middag vrij en ik haalde vlak voor ons vertrek een mooie Buurman en Buurman taart op voor Daan. Met onze cadeautjes, een Buurman en Buurman T-shirt en een beker van dezelfde heren, vertrokken we naar De Korenschoof voor een verjaardagsfeestje op zijn Daans. We liepen ons vertrouwde rondje op het erf en aaiden poes Kitty en varkentje Billy. Daarna reed Daan zijn rondjes in de speeltuin over de rolstoelwip. Toen we weer binnen waren was het tijd voor ranja en taart. Daan had ’s ochtends gezwommen en dat was te merken. Hij werkte zijn taart in sneltreinvaart naar binnen. Daans hele verjaardagsfeestje duurde die middag zo’n anderhalf uur. Daarna werden alle indrukken hem teveel. In Daans woorden: “was gezellig maar ik ben moe van opblijven.” Zijn manier om te zeggen dat het genoeg was geweest. Hij reed zijn rolstoel naar zijn kamer, sloot de deur en ging lekker 3FM luisteren op zijn radio. Even tot rust komen om de rest van de dag aan te kunnen. Zo werkt het bij Daan. Wij konden naar huis. Voor Daan was het een leuk feestje geweest. Dat was voor ons het belangrijkste.
Bellenbaan
Over een paar weken vieren we zijn verjaardag thuis. Dan komt hetzelfde clubje mensen dat altijd komt. Daan geniet dan van de aandacht want hij weet heel goed dat iedereen speciaal voor hem komt. Vorig jaar zamelden we geld in voor een kippenhok. Dit jaar doen we dat voor een bellenbaan in de belevingstuin. Dat is niet meer dan een metalen stang met verschillende fietsbellen. Een eenvoudig cadeau waar alle kinderen in zijn groepje veel plezier van zullen hebben. Vijftien jaar. De ene puber krijgt een rijles, de andere puber krijgt een bellenbaan. Dat contrast is levensgroot en er zijn momenten dat dat pijn doet. Toch vermijden Paul en ik die valkuil zoveel mogelijk. Omdat het zo zinloos is om daarin te blijven hangen. Misschien heet dat levenskunst. Het is onze manier om Daan te laten voelen dat hij mag zijn wie hij is. En om zoveel mogelijk te genieten van ons gezinsleven dat nooit gewoon zal zijn.