Na de tranen van vorig weekend was ik toe aan frisse lucht. Ik wilde even de deur uit en mijn gedachten verzetten. Ook Gijs was erg verdrietig en in de war geweest door de wanhoop van Daan. Als kind van nog maar drie jaar maakt hij soms dingen mee met zijn grote broer die ik hem graag zou besparen. Gijs is mede daardoor een wijs jongetje voor zijn leeftijd. Paul en ik wilden er graag even met Gijs op uit, samen iets leuks doen.
We hadden een paar uur opvang voor Daan geregeld in het gastgezin zodat we weg konden. Maar zoals zo vaak liep het anders dan wij hadden gedacht. Gijs was al weken aan het kwakkelen en werd (weer) ziek. Niet zo erg, maar wel ziek genoeg om niet met hem op pad te kunnen. We moesten dus iets bedenken om binnen te doen. Gijs is erg bezig met klein zijn en groter groeien. Hij heeft pas geleden zijn babyalbum gezien en wil weten of Daan ook klein is geweest. Daarom leek het ons een goed idee om samen oude filmpjes van Daan te bekijken.
We zochten de opnames van Daan erbij. Paul startte de dvd speler. We zagen Daan in 2005. Hij was toen drie, net zo oud als Gijs nu. “Kijk”, riep Gijs enthousiast bij de eerste beelden. “Dat ben ik!” En inderdaad. Onze zonen hebben op deze leeftijd heel veel van elkaar weg. Behalve dat Gijs heel slank is en Daan destijds een stuk steviger door zijn gebrek aan beweging. Gebiologeerd keek Gijs samen met ons naar zijn grote broer.
Het waren mooie beelden. Als je niet beter zou weten leek het allemaal zo makkelijk en leuk. Maar filmpjes maken deden wij toen alleen op de goede momenten van Daan. Zijn vrolijkheid duurde destijds hooguit drie kwartier per dag. Een buitenstaander zou zich niet kunnen voorstellen dat dit vrolijke jongetje op de film vrijwel altijd huilde en diep ongelukkig was.
Maar op de filmbeelden zagen we Daan zoals hij eigenlijk was. Zijn vrolijke karakter sprankelde en we zagen zijn doorzettingsvermogen. Toen al. We zagen Daan die met heel veel moeite op zijn knietjes buiten kroop. Door het gras, over de stenen en door het grind. Ik had daarvoor toen een speciale broek gemaakt met kniebeschermers omdat hij anders schaafwonden opliep. Er kwam van alles voorbij. Paul die Daan zijn toetje voerde terwijl Daan kraaide van plezier. Daan in bad en Daan stoeiend met Paul op bed. Daan was een mollig jongetje met dwalende oogjes. “Niemand kan zo goed scheel kijken als hij” zei Paul toen altijd lief. We zagen een jongetje wat amper praatte, hooguit wat onverstaanbaar brabbelde. En zoals dat met moeders gaat, ik verstond weer zijn moeizame half uitgesproken woorden uit die tijd.
Soms brachten kleine dingen verandering in Daans moeizame kinderleven. Paul en ik hadden in 2005 bedacht dat een hond misschien een goede invloed kon hebben op Daans ontwikkeling. We keken verder op de volgende film en zagen onze eerste hond Diesel. Een Schotse herder, een mooie hond. Haar eerste baasje was een collega van mij, een echte hondenfanaat. Diesel was door haar strak getraind om topprestaties te leveren op hondenwedstrijden en had alle diploma’s gehaald. Maar bij de wedstrijden ging het mis. Ze bleek nogal zenuwachtig te zijn, zeg maar gerust een enorme stresskip. Op hondenwedstrijden stond ze te bibberen en bakte er niets meer van. Mijn collega zocht een goed tehuis voor haar en zo kwam Diesel bij ons. Want bij ons hoefde ze niet te presteren. Ze hoefde alleen maar lief te zijn voor Daan. En dat kon ze heel goed. Daan was heel blij met Diesel. Haar komst had het gehoopte effect want vanaf toen ging Daan langzamerhand praten. Op de film zagen we hoe hij in zijn brabbeltaaltje “Diese aaie” zei en vervolgens bovenop de hond kroop die tevreden geluiden liet horen. Mooi om dit terug te zien. Heel langzaam ging Daan vooruit met praten en probeerde zich verstaanbaar te maken.
Helaas was Diesel de jongste niet meer en na drie jaar ging hij dood. We zochten een nieuwe hond. En alsof het zo moest zijn, via zijn werk kwam Paul er eentje tegen. Ook weer een gevalletje opvang. Gwen was een peperdure zwarte labrador pup geweest. Ze was door haar eerste baasje persoonlijk opgehaald uit de Schotse hooglanden. Gwens baas was jager. Ze was jarenlang door hem getraind en had topprestaties geleverd op jachtwedstrijden met dummies. Maar met het echte werk ging het mis. Een jachthond hoort het geschoten wild ongeschonden naar de jager te brengen. Maar daar bleek Gwen heel anders over te denken. Daardoor belandde ze jarenlang chronisch in de kennel. Haar baas zocht een goed tehuis. En zo kwam Gwen bij ons toen ze zeven jaar was. Op de film zagen we hoe blij Daan was met zijn nieuwe hond. Gwen leverde merkbaar haar bijdrage aan Daans ontwikkeling. Na een paar jaar werd ze ziek en moesten we ook afscheid nemen van haar. Maar ook zonder hond bleef Daan zich ontwikkelen. De filmpjes lieten goed zien hoe hij langzaam maar zeker vooruit bleef gaan.
Gijs keek ademloos naar alle beelden van Daan en de honden. Hij was erg onder de indruk van alles wat hij had gezien. En ik ook. Soms is het goed om even terug te kijken. Ik besefte na deze oude filmpjes uit welk dal we zijn geklommen en hoe goed het nu eigenlijk gaat met Daan. Ik ben trots op wat we bereikt hebben en dat we nog steeds zo’n hecht gezin zijn. Ik weet weer dat al onze strijd en energie ergens goed voor is geweest en nog steeds is.
Het was vandaag een ijskoude zondag met slecht weer. Veel te koud om met een kind in de rolstoel naar buiten te gaan dus bleven we binnen. Een hele zondag binnen met een puberende dwarse Daan viel me zeker niet mee. Maar met alle vooruitgang van Daan vers in mijn geheugen kon ik er vandaag beter tegen.