Papa-loos

Wij hadden een papa-loos weekend. Voor veel gezinnen misschien niet zo bijzonder. Voor ons wel. Paul is er namelijk gewoon altijd. Het is dus maar goed dat wij zo aan elkaar verknocht zijn. Paul is niet zo’n man die behoefte heeft aan een mancave (zo’n eigen plek in huis waar mannen rondhangen met vrienden) of die hele weekenden op pad is met of voor de sport. Maar ooit had Paul wel een eigen leven. Dat leven gaf hij op voor Daan. En voor mij. Voor de situatie waar we in belandden. De man waar ik stapelverliefd op werd (en nog ben) was ooit bassist bij een band. Hij was die man achter het mengpaneel bij optredens, die man met een eigen muziekstudio, die discjockey op feestjes, die atletiekfanaat en die groepsleider bij scouting. De bewijzen daarvan zijn er nog. Zijn hardloopschoenen, zijn scoutingblouse, zijn basgitaar en zijn muziekspullen. En dat is nogal wat. Het mengpaneel, de boxen en versterkers en zijn verzameling van zo’n drieduizend singles. Voor de mensen uit het digitale tijdperk; singles zijn mini grammofoonplaten met één liedje plus een bonustrack op de B-kant (ja inderdaad, je moet hem omdraaien). Paul heeft alles nog. Maar hij gebruikt het nooit. In de bijna veertien jaar met onze Daan werkte Paul. En als hij niet werkte was hij er voor ons. Als vader voor Daan en Gijs, als rots in de branding voor mij en als technisch assistent voor Daans wagenpark. Mijn super Paul maakt en repareert namelijk alles zelf. Dat hij koos voor zijn gezin was voor Paul niet meer dan vanzelfsprekend. Kon hij dan echt nooit even weg? Nou, niet kunnen.... het leverde voorzichtig gezegd nogal een gedoe op. Alle zorg kwam dan op mijn schouders terecht. Want onze PGB reserve was minimaal en gereserveerd voor nood. Bovendien betekende alleen zorgen alle aandacht voor Daan en nul voor Gijs. Dat gebeurde al te vaak. Afgezien van dit alles, papa was en is heilig voor Daan. Daan raakte al van zijn padje als Paul een keer niet mee at ’s avonds. Dan lag hij wakker tot Paul weer thuis was. En met een beetje pech duurde Daans onrust dan drie dagen. Even weggaan had dus een keerzijde en die heette Daan. Naarmate onze overbelasting door de intensieve zorg toenam namen we gewoon geen risico. Als we het konden vermijden gingen we de ellende niet opzoeken. Met als resultaat dat we veel thuis waren. Dat onze wereld kleiner werd. Dat was geen bewuste keuze, maar meer zelfbescherming om samen overeind te kunnen blijven. Zo was ons leven, dat hadden we geaccepteerd. Wat overigens niet hetzelfde is als er blij mee zijn. Ruim een jaar geleden verhuisde Daan. Maar ons leven dat zo beheerst was geweest door intensieve zorg veranderde niet van de ene op de andere dag. Wij moesten eerst uit ons coconnetje kruipen. Fysiek en mentaal bijkomen. Nieuwe mensen leren kennen en contacten opbouwen. Pas daarna ben je in staat om weer leuke dingen te doen. En toen kwam ineens die uitnodiging van Pauls werkgever. Paul kon een weekend naar de sneeuw om het twintigjarig jubileum te vieren. Hartstikke leuk voor hem. Samen met Gijs bleef ik thuis. Gijs vond het wel moeilijk zonder papa, maar met de juiste afleiding en wat extra verwennerij loodste ik hem het weekend door. En zondagochtend gingen wij dus voor het eerst papa-loos naar Daan. Op mijn verzoek was Daan daarop voorbereid door zijn begeleiders. Want zonder papa is alles anders. Bij Daan hét recept voor stress en ellende. Thuis zou dat een heel weekend geduurd hebben. Zondag hoefde ik Daans boze bui hooguit anderhalf uur op te vangen. We konden helaas niet naar buiten want Daan was niet fit. Papa-loos én geen vertrouwd rondje op het erf. Voor Daan een drama. Hij huilde dikke tranen van verdriet en boosheid en herhaalde steeds hetzelfde riedeltje: “En nu is papa er niet! Papa is weg en ga niet naar buiten ook niet!” Een uur duurde deze bui. Wat ik ook zei, niets hielp. Dus zaten we met zijn drietjes aan tafel terwijl Daans tranen over zijn wangen rolden. Gijs speelde stilletjes met superzand op tafel. Ik kriebelde Daan geduldig in zijn nek, aaide over zijn hand en praatte troostend tegen hem. Na een uurtje kwam er een diepe zucht. “Zo verdriet gehad, maar nu beter” zei Daan. En hij herstelde zich. Na een moeilijk begin sloten we ons bezoek gelukkig goed af. Tevreden reed Daan naar zijn kamer met 3FM op de radio. Rust aan zijn hoofd en even alleen zijn. Tevreden stapte ik met Gijs in de auto. Blij dat Daan bijgedraaid was en ook blij dat ik een nieuwe boze bui van Daan niet hoefde te vangen vandaag. Gijs en ik vertrokken naar Utrecht. Op kraanvisite (nee dit is geen tikfout). In een tijdelijke winkel stond daar de nieuwste Caterpillar mini graafmachine die je zelf mocht besturen. Als je zeven jaar bent en verliefd op technisch vernuft is dat een unieke kans. Als je een stoere moeder bent trouwens ook. We kwamen terug in een warm huis. Paul was er al en had genoten van zijn weekend. Gijs en ik ook. Ons weekend was anders, maar leuk. En voor Daan duurde zijn papa-loze weekend gelukkig maar een uurtje. Paul een heel weekend weg. Een nieuwe ervaring binnen de ruimte die we gekregen hebben. Wij slaan onze vleugels uit, balancerend op onze stijgende lijn. En vastbesloten om die vast te houden.