Loslaten in het Zwarte Woud

Tot en met 2014 gingen we als volledig gezin op vakantie. Mét Daan. Tijdens die vakantie beseften we dat de zorg voor hem te zwaar was geworden. De grens aan onze draagkracht en ons incasseringsvermogen kwam pijnlijk in zicht. En dat had grote gevolgen. Ruim een jaar na deze vakantie verhuisde Daan naar de Zorgboerderij.

 

Verbonden 

Sinds Daan niet meer thuis woont hebben we vrijheid. Afgezien van het ritme in onze Facetime momenten en bezoekjes kunnen we gaan en staan waar we willen. En toch blijven we voor altijd met hem verbonden. Is hij in gedachten vrijwel overal bij en houden we, vaak onzichtbaar voor anderen, rekening met hem. Dit jaar was het onze derde zomervakantie zonder Daan. Al in november reserveerde ik een kleine, rustige camping in het mooie Duitse Zwarte Woud. Met een zwembad en een toffe speeltuin voor Gijs en brandschone toiletten en douches voor mij. Inclusief een goed bed vanwege mijn rug is dat mijn belangrijkste voorwaarde om fijn te kamperen.

 

Loslaten
In ons dagelijks leven kan ik mijn zorg om Daan inmiddels vrij goed loslaten omdat ik weet dat hij het goed heeft. Maar drie weken op vakantie betekent ook drie weken niet bij Daan op bezoek. Daarmee doorbreken we zijn ritme en dat is moeilijk voor hem. Wetend dat hij daar last van heeft voelt dat rot. In die zin laat ik hem niet los. Blijf ik mij verantwoordelijk voelen voor zijn welzijn en geluk. Daarom vroeg ik een paar van onze voormalige hulpverleners of zij tijdens onze vakantie bij Daan op bezoek wilden gaan. Dat wilden ze gelukkig. Zeshonderd kilometer verderop stuurden ze mij enthousiaste appjes en foto’s van een vrolijke Daan die blij was met zijn bezoek. Daarmee gaven ze mij de ruimte en rust om echt los te kunnen laten. Maar ons Facetime ritme met Daan doorbraken we bewust niet. Dus zag Daan ons elke maandag- en vrijdagavond in beeld. Voor hem een bevestiging dat papa, mama en Gijs er nog wel waren. “Mama is op vakantie” zei Daans begeleider tijdens een van deze gesprekjes. “Waarom moet mama op vakantie?” vroeg Daan verbaasd. Ik vond het een goede vraag, maar gaf hem geen echt antwoord. Wetend dat hij het niet zou begrijpen.

 

Vriendinnen
Intussen ontmoette Gijs vriendinnen op de camping. Eerst was er Myrthe en daarna volgde een meisje met de stoere naam Rixt. Gijs en Rixt hadden een weergaloze klik met elkaar. Rixt deed mij denken aan een moderne versie van Pippie Langkous. Springerig rood haar, een spleetje tussen haar tanden, ontwapenend, wijs en werkelijk nergens bang voor. Samen met Gijs klom ze in bomen en maakte het zwembad onveilig. Met mijn oude mobiele telefoon zonder simkaart maakte Gijs er de leukste foto’s van. Paul en ik hoefden vooral heel weinig van onszelf. Ons vakantieleven bestond uit af en toe boodschappen doen, koffie drinken en lezen. Regelmatig gingen we er met zijn drietjes op uit. We zaten een uur onder de grond in een Zilvermijn (koud!) en gingen naar een experimentenmuseum. Op onze laatste vakantiedag hingen Paul en Gijs zestien meter boven de grond in een klimbos. Ik wilde ook graag, maar deed het toch maar niet. Veertien jaar intensieve zorg heeft zijn sporen nagelaten. Mijn rug is te kwetsbaar geworden om risico’s te kunnen nemen. Dus maakte ik foto’s en filmpjes van mijn stoere mannen.

 

Na ruim twee weken vonden we het mooi geweest. Vakantie is leuk, maar een beetje ritme vinden we ook weer fijn. Gijs en Rixt namen met moeite afscheid en hebben elkaar inmiddels al kaarten gestuurd. Zo leuk. Twee dagen later na onze thuiskomst waren we bij Daan. Blij om hem weer te zien. Daan vond het niets bijzonders en reageerde zoals altijd. Alsof we nooit waren weggeweest. Volgend jaar kunnen we met een gerust hart op vakantie.