Leeg huis

Afgelopen weekend was vreemd en bijzonder. Ik had een bijna leeg huis want Daan ging voor het eerst een heel weekend logeren op de zorgboerderij. "Oh wat heerlijk voor jullie!" zeiden mensen goedbedoeld. Ja, dat is zo. Heerlijk......... maar ook heel dubbel, want Daan ging geen nachtje logeren omdat wij een leuk weekend voor hem hadden georganiseerd. Nee, het was omgekeerd. Daan ging logeren omdat Paul, Gijs en ik rust nodig hadden.

Ik realiseerde me een paar jaar geleden dat er iets moest gebeuren omdat ik de zorg voor Daan anders niet vol blijf houden. Er is gewoon nooit rust voor ons. Ik besefte dat Paul en ik af en toe een weekend vrij nodig hebben. Ik merkte dat de aandacht die Daan van ons vraagt steeds vaker ten koste gaat van Gijs en dat weegt voor mij heel zwaar. Ik wil dat Gijs een zo normaal mogelijke jeugd krijgt met voldoende aandacht, maar dat lukt eigenlijk alleen als Daan een weekend logeert. Alleen dan hebben wij alle tijd voor Gijs, onszelf en elkaar. Kort door de bocht gezegd gaat Daan logeren in ons belang. Daarom voelt het dubbel. Daarom voelt het voor mij als wegsturen en daarom geeft het me een schuldgevoel. Natuurlijk, ik weet het, daar is vast niemand het mee eens. Iedereen vindt het zo'n wijs besluit van mij. Dat is vast waar, maar dat is de theorie. De praktijk voelt anders.

Daan met een gerust hart ergens achterlaten vind ik moeilijk. Hij is zo kwetsbaar, zo gehecht aan thuis en zo gehecht aan ons. Ik moet het absolute vertrouwen hebben dat hij ergens anders ook krijgt wat hij nodig heeft. Ik moet het gevoel hebben dat verzorgers daar oog voor hebben, dat zij zorgvuldig en betrokken zijn. Ruim twee jaar lang zocht ik naar een logeerplek voor Daan waar ik dat gevoel kreeg. Ik vond hem nergens, maar ben altijd blijven hopen dat hij bestond, zo'n plek. Mijn hoop bleek gelukkig terecht.

Begin dit jaar vond ik op ruim een uur rijden een zorgboerderij. Gehandicapte kinderen en jongeren krijgen er warme, betrokken en zorgvuldige opvang. Op alle andere plekken die ik heb gezien moest ik uitleggen wat Daan nodig heeft en waarom. Hier hoefde dat niet. Hier is goede zorg niet meer dan logisch. Hier weten ze heel goed wat een verstandelijk gehandicapt kind nodig heeft. Dat weten meer ouders want de zorgboerderij had een wachtlijst voor logeren. Na een paar maanden werd ik gebeld dat Daan vanaf november een keer per maand een weekend kon komen. Wennen is bij Daan een lang proces en vraagt zorgvuldige voorbereiding. Afgelopen zomer is hij daarom al vier keer een dag op de boerderij geweest. Hij kwam steeds vrolijk terug. Dat gaf hem en ons vertrouwen. Zo werkten we langzaam toe naar een echt logeerweekend.

In de weken voor dat logeerweekend maakte ik me zorgen of Daan straks goed zou kunnen slapen in dat vreemde bed. Zou hij bang zijn? Tijdens zijn eerste jaren was Daan erg angstig en huilde altijd. Wanhopig probeerde ik van alles om hem gerust te stellen, zoals een door mij gedragen shirt in zijn bedje leggen. Daardoor had hij de vertrouwde geur van zijn moeder bij zich. Nu, na ruim elf jaar, deed ik hetzelfde voor hem. Mijn gedragen shirt ging mee in de weekendtas. Net als zijn luiers, zijn medicijnen, zijn map met gebruiksaanwijzing, zijn epilepsiealarm, zijn zuurstoffles en zijn saturatiemeter. Bepaald geen doorsnee weekendtas voor een kind van elf jaar...

Paul bracht Daan vrijdag naar de zorgboerderij. Het afscheid ging goed. Wat was ik trots toen ik dat hoorde van Paul. Een beetje onwennig begon ik aan ons vrije weekend. Ik miste rare dingen zoals de sporen van Daans modderige rolstoelbanden op de keukenvloer. Ik miste Daans geknoeide vruchtenhagel op de grond. Het was vreemd zonder hulp over de vloer op de zaterdag. Vreemd, maar fijn. Het voelde raar. Mijn dagen zijn normaal van minuut tot minuut gevuld en nu had ik ineens een heel leeg weekend. Ik viel in een gat en wist geen raad met de tijd die ik over had. We wilden iets leuks doen met Gijs en gingen naar de Sinterklaasintocht. Hij vond er niets aan. Daarna deed ik ongedurig allerlei klusjes. Hoewel ik er eindelijk tijd voor had kon ik de rust in mijn hoofd niet vinden om een boek te lezen. Ik had minstens vierentwintig uur nodig om te wennen aan Daans afwezigheid. Eigenlijk vertoonde ik gewoon ontwenningsverschijnselen van intensieve zorg. Een rare gewaarwording.

Op zondag telde ik de uren tot ik Daan mocht halen. Eenmaal op de zorgboerderij zag ik een lachende Daan die blij was om mij te zien en een fijn weekend had gehad. "Goed geslapen en fijn gespeeld" zei zijn begeleidster. Ik kreeg een dikke knuffel van Daan. "Ik vind hem zo leuk en lief" zei ze daarna. Haar woorden klonken als muziek in mijn oren en ik groeide van trots.

Ik pakte alle spullen bij elkaar en voor mij uit reed mijn grote kleine held in zijn rolstoel naar de auto. In de auto zei ik tegen hem "Daan wat ik ben trots op je! We gaan stoere jongens muziek aanzetten, dat is vandaag echt iets voor jou." Daan, dol op mijn favoriete muziek uit de jaren tachtig, grijnsde. "Stoere muziek" praatte hij me na. Even later knalden de grootste hits van U2 door de auto en reden we met een lach op ons gezicht naar huis. Ik voelde me weer compleet.