Kloof

“Het is nog vier weken, weet je dat wel?” Paul en ik zitten deze week even aan de keukentafel met koffie. Hij werkt die dag thuis omdat ik ’s middags weg moet voor een overleg op de Zorgboerderij. Zo kan Paul de kinderen opvangen uit school. Ik zucht. “Ja ik weet het.” Meer hoeven we niet te zeggen. Het valt ons allebei zwaar, deze periode. Heel zwaar. Ik ervaar nu dezelfde kloof als in de eerste jaren van Daan. Het is voor anderen moeilijk voor te stellen hoe ingrijpend dit is en het is voor ons moeilijk uit te leggen. Daartussen ligt een gapend gat. Een kloof die alleen met heel veel moeite te overbruggen valt. Het enige dat we vragen, net als in het begin, is erkenning en begrip. Meer niet. Blijven zorgen voor Daan is zwaar. Te zwaar. Maar afscheid nemen van Daan is nog veel zwaarder. Natuurlijk blijven we hem zien. Natuurlijk gaan we op bezoek en natuurlijk komt hij regelmatig thuis. Natuurlijk. Maar we sluiten ook een ontzettend intensief allesbepalend tijdperk af in ons leven. Ook nu beslissen wij voor Daan. Zoals altijd, want een andere keus is er niet. Het is juist nu dat ik geconfronteerd word met datgene wat ik het liefste had gewild. Daan die de deur op eigen initiatief achter zich dicht doet en zegt “doei mam, vanaf nu red ik mezelf.” Het mocht niet zo zijn en dat heeft zijn sporen nagelaten. We zijn mensen kwijtgeraakt in het leven dat we met Daan hebben geleid. En alleen de mensen die ondanks alles altijd dicht om ons heen zijn gebleven begrijpen waar we nu doorheen gaan. “Je moet maar gewoon denken dat hij op een goede plek terecht komt” hoorde ik deze week. Ja natuurlijk. Maar weet je, dat gaat de ene dag gewoon beter dan de andere. Ik ben heel lang sterk geweest. Net als Paul. En samen waren we nog sterker. Mijn vriendin Linda zei vorig jaar na onze beslissing over het uit huis gaan van Daan tegen mij “jij bent zo’n ontzettend sterke vrouw Jacomien, als jij aangeeft dat het niet meer gaat dan zegt dat heel wat.” Ook sterke mensen hebben hun grenzen. Ik kan niet zoveel meer incasseren. Kan niet zoveel meer hebben. Krijg van de kleinste tegenslag al tranen in mijn ogen. Pas geleden las ik een spreuk die mij zeer raakte: “Mensen breken niet omdat ze zwak zijn, maar omdat ze veel te lang sterk zijn geweest.” En ik wil niet breken. Ik weiger te breken. Voor Paul, voor Gijs, voor Daan en zeker ook voor mezelf. Dus bewaak ik juist in deze fase mijn grenzen. Mijn harde schijf is vol. Er past gewoon niets meer bij. Wat anderen nu ook van mij verwachten, het is per definitie teveel. Ik kan het gewoon niet waarmaken. Punt. Er is Paul en mij alles aan gelegen om ons gezin overeind te houden. Dat was altijd prioriteit één en dat blijft zo. Ook nu. Juist nu. Het gewone leven gaat gewoon door zoals altijd. Gijs moet naar school, Daan moet naar school. Gijs moet naar zwemles en Daan naar paardrijden. Paul moet naar zijn werk. Ogenschijnlijk is er niet zoveel veranderd. Maar als de jongens naar school zijn en Paul naar zijn werk ben ik uitsluitend bezig met Daans naderende vertrek. Ik reserveer een aanhanger voor het verhuizen van Daans spullen naar de Zorgboerderij. Ik bereid een overleg voor over de overdracht van de intensieve en complexe zorg voor hem. Ik ben er uren mee bezig. Ik bestel spullen voor zijn kamer en houd contact met alle hulpverleners die iets moeten gaan overdragen. Ik beëindig de contracten met onze pgb'ers. Paul levert op een andere manier zijn aandeel. Vandaag maakt Paul Daans bed klaar voor transport en zetten we het van mijn vriendin gekregen hoog laag bed er alvast voor in de plaats. Voor als Daan thuis komt logeren. Ik bel en regel me suf. Ik teken de laatste paardrijles in op de kalender op Daans vertrouwde manege. Afscheid. Ik teken de laatste schooldag in. Afscheid. Ik teken de laatste fysiotherapie in op het revalidatiecentrum waar we al dertien jaar kind aan huis zijn. Afscheid. We moeten onze vertrouwde omgeving, onze vertrouwde mensen die we in de loop van de tijd om ons heen verzameld hebben loslaten. Dat vraagt emotioneel een heleboel van ons. En dat voelt Daan zoals altijd haarfijn aan. Hij voelt dat er iets staat te gebeuren maar hij kan het niet vertellen. Dus uit hij zijn emoties en frustraties in gedrag. Nooit gedacht dat zijn gedrag nog moeilijker kon worden dan het al was. Het blijkt te kunnen. Nog zwaarder. Eigenlijk kunnen we dat niet hebben, maar toch gebeurt het. Vorige week had ik een onnozel ongelukje en liet (niet lachen) onze Ipad precies met de hoek op de nagel van mijn grote teen vallen. Ipad nog heel, maar mijn teen……. Helse pijn. Logisch want ik had een klemblaar en een enorme bloeduitstorting onder mijn nagel waardoor die langzaam los liet. Met als gevolg dat ik vijf dagen slecht sliep en heel moeilijk kon lopen omdat ik zo’n pijn had. Ik kon Daan alleen met grote moeite verzorgen. Dus nam Paul het over. Suf ongelukje, niets ernstigs. Maar het zijn de dingen die we er nu net niet bij kunnen hebben. Toen de pijn eindelijk weg was ontdekte Paul een grote bult in zijn lies. “Volgens mij heb ik een liesbreuk” zei hij. Ik maakte snel een afspraak met de huisarts. Die bevestigde zijn vermoeden. Pauls liesbreuk is een gevolg van het te lang te zwaar tillen van Daan. Paul moet geopereerd worden en moet daarna minstens een week rustig aan doen en mag niet tillen. Dat kunnen we er nu echt niet bij hebben. “De oorzaak van mijn liesbreuk woont nog thuis” zei Paul tegen de dokter. “Ik hoop dat ik de operatie mag uitstellen tot na het moment dat Daan uit huis gaat?” Dat mag gelukkig. Zo lang Paul niet teveel klachten krijgt tenminste. Intussen neem ik zoveel mogelijk van hem over. Nog vier weken. Afgelopen dinsdag hoorde ik de definitieve datum. Op vrijdag 4 december zal Daan verhuizen. Dan brengen Paul en ik hem weg naar zijn nieuwe woonplek. Maar eerst staan we die ochtend op de dijk bij de IJssel voor de aankomst van Sinterklaas in Terwolde. Zoals elk jaar. Want we hebben Gijs ook nog en zijn leven moet zoveel mogelijk doorgaan. Natuurlijk zullen we er staan, dat willen we gewoon. Maar wat een contrast. Een bootje met Sinterklaas en zijn Pieten en een uitzinnige Gijs. En daarna Daan wegbrengen. We gaan het gewoon doen. Net als al die andere moeilijke momenten zullen we er ons opnieuw doorheen slaan. Natuurlijk. Want we buigen wel, maar we breken niet.