Klaas, Woutertje, Koekeloertje en Daan

Daans ontwikkeling is ernstig verstoord. Zijn beschadigde hersenen werken simpelweg niet zoals het moet omdat er verbindingen zijn weggevallen. Daar komt de verstoring door zijn epilepsie nog bovenop. Want ook al zie je geen epilepsieaanval, de ziekte verstoort dagelijks als venijnige bliksemschichten het werk wat Daans hersenen zouden moeten doen. Daardoor leert Daan moeilijk. Zeer moeilijk. Hij kan wel uitstekend papegaaien. Napraten dus. En zo komt het dat Daan zinnen kan formuleren op het niveau van een zevenjarige, terwijl zijn begrip op peuterniveau ligt. Dus wordt Daan regelmatig overschat. Het lastige is dat zijn niveau ook niet elke dag hetzelfde is. Op een goede dag kan Daan veel meer dan op een minder goede dag. Daan is wel leerbaar, maar dat vraagt nogal wat. Minimaal een goede ‘klik’, weten hoe je hem moet benaderen en geduld. Vooral héél véél geduld. De informatie die Daan overdag krijgt moet ’s nachts zijn weg vinden in het ‘opbergsysteem’ van zijn hersenen. Zo gaat dat bij alle mensen. Op die manier blijft kennis bewaard en kun je verder leren. Maar Daans dossiertjes raken meestal de weg kwijt naar hun opbergvakje. Omdat de verbinding naar die weg er gewoon niet meer is of omdat er een flinke ruis op de lijn zit door zijn epilepsie. Als een soort ‘sneeuw’ op televisie spookt die ruis ’s nachts door zijn hoofd. En áls Daan eenmaal iets geleerd heeft moet je dat ook nog regelmatig blijven herhalen. Doe je dat niet, dan raakt hij die kennis weer kwijt. Daan is zoals dat officieel heet een ‘zeer moeilijk lerend kind.’

 

Onvoorstelbaar
Als je dit weet is het soms onvoorstelbaar wat Daan wél onthoudt. Hij heeft altijd een zwak gehad voor Sesamstraat. In zijn eerste jaren namen wij een serie afleveringen op met de videorecorder. Videobanden vol die hij steeds weer opnieuw keek. Daarna volgde het hele assortiment dvd’s van Sesamstraat. Het zit in zijn geheugen geramd. Daan kent alle sketches van Bert en Ernie vrijwel uit zijn hoofd en hij heeft een voorliefde voor die blauwe mormels met de meeste herrie: Koekiemonster en Grover. Normaal gesproken kijk je als ouders zo’n vijf jaar mee naar Sesamstraat. Wij keken met Daan ruim dertien jaar. Dan prenten die teksten zich onvermijdelijk in je hoofd. Ook als je dat niet leuk vindt. Het is nu wat minder, maar het gebeurt nog regelmatig dat ik wakker schrik met een krijsende Grover in mijn hoofd “kom eens hier kikkertje!! Heb jij helemaal geen tanden?????” En er zijn quotes uit Sesamstraat die zich chronisch vastgezet hebben in ons dagelijks leven. Als iets klein uitgevallen is dan zegt Paul met een krakende piepstem “het is een miezertje!” Niemand snapt dat, behalve wij. En we moeten er nog altijd om lachen. Gelukkig maar, want zonder humor is het leven zo ongezellig.

 

Klaas en Woutootje...
We zijn de afgelopen maanden redelijk Sesamstraatloos geweest, maar die fase is inmiddels voorbij. Zondag waren we bij Daan en begon hij zonder enige aanleiding vanuit het niets een versje op te dreunen. Let wel, een versje van een videoband die hij voor het laatst ongeveer tien jaar geleden heeft gezien... Dat bedoel ik, onvoorstelbaar! Daan vertelde en bleef vertellen. Paul en ik moesten verplicht na elke regel het zinnetje herhalen anders ging Daan niet verder. Het was geen optie om te weigeren, Daan is namelijk onvermoeibaar in aandringen... Dus gaven we toe. In authentiek Daans vertelde hij ons het volgende:

 

Inne huise Klaase Woutootje
Da woon kein kaboutootje met rooie watjes af.
Enne avond om uur of tien kun je bezig zien
Ruime alles op, mm spugoed en pop.
Ma nie roepe wan schrikke altijd van.
Gordijntjes toe donku wot.
Doete alle werk,
kaboutootje is sterk!
Smorgus poesupot,
slapu inne vaas.
Of botje bij kaas.
Offe moedes tas of besuit
En asse Woutootje of Klaas
Finne in blauwe vaas
Oppe teentjes weg en geen geluid.
Oppe keer, wassewat
Viele kaboutootje in bad!
Volle water, dreef bij stop
Net op tijd gered.
Bij kachul neeguset, droge op.
Oooooo so lief kaboutootje, inne huis Klaas en Woutootje.
Wille spelu, oh so graag!
Moeder vinnu nie so goed, as jullie soiets doet,
Lope weg fogoed, gate naar Dehaag.
Bete stil sijn hoor en ook vosichtig,
Kabootjes zijn aardig, maar sijne bete schichtig.

 

Daarna vervolgde Daan zijn voorstelling met andere versjes over ‘pinses die Koekeloertje heet’ en ‘inne speeltuin is geen moord te doen’ (= in de speeltuin is geen moer te doen ?). Daan lachte breed toen hij klaar was en zei trots “ik kanne heel goed vertelle mama!” Ik smolt ter plekke. “Ik vind jou hartstikke knap” antwoordde ik en lachte terug. Wat een heerlijk kind!

 

PS: de officiële tekst
In het huis van Klaas en Woutertje
Daar woont een klein kaboutertje
Een héél erg klein kaboutertje
met rooie wantjes an.
En ’s avonds om een uur of tien
Kun je hem daar bezig zien,
maar denk erom, niet roepen want daar schrikt ‘ie altijd van!
Hij ruimt daar alle rommel op
en al het speelgoed en de pop.
En hij doet de gordijntjes toe wanneer het donker wordt.
En ’s nachts dan doet ‘ie al het werk,
want dat kaboutertje is sterk!
En ’s morgens eet ‘ie eventjes iets uit de poezenpot.
Dan gaat ‘ie slapen in een vaas,
of op een bordje bij de kaas.
Of soms in moeders tas,
of achter het rolletje beschuit.
En als dan Woutertje of Klaas,
hem vinden in de blauwe vaas
Dan gaan ze op hun teentjes weg en maken geen geluid.
En op een keer, dat was me wat,
toen viel het kaboutertje in het bad!
Het bad was vol met water en hij dreef al bij de stop,
Gelukkig hebben ze hem net precies op het nippertje gered.
En bij de kachel neergezet, daar droogde ‘ie weer op.
Oh het is zo’n lief kaboutertje, in het huis van Klaas en Woutertje.
Ze willen met hem spelen, oh dat willen ze zó graag.
Maar moeder vindt dat niet zo goed, ze zegt ‘als jullie zoiets doet’
Dan loopt ‘ie weg, voorgoed. Dan gaat ‘ie naar Den Haag.
Je moet een beetje stil zijn hoor en wees vooral voorzichtig,
Kaboutertjes zijn aardig, maar ze zijn een beetje schichtig.