Grens

Daan groeit als kool. Een meter vijfenzestig en bijna zestig kilo is hij nu. Ik roep altijd om het hardst dat ik de verstandelijke beperking van Daan vele malen moeilijker vind dan zijn lichamelijke beperking. "Die rolstoel is hooguit onhandig" zeg ik dan heel stoer. Het is waar. Ik vind Daans verstandelijke beperking echt het moeilijkst en meestal redden wij ons aardig met zijn lichamelijke beperkingen. Paul en ik verzorgden Daan altijd om en om als een geolied team. Nu Daan de laatste tijd snel groter en zwaarder wordt is dat langzaam verschoven. Meestal neemt Paul het zwaarste deel van de lichamelijke verzorging op zich, hij is nou eenmaal veel sterker dan ik. Op die manier redden we het nog steeds. Paul klaagt zelden of nooit, zo zit hij niet in elkaar. Maar een paar weken geleden begon hij er over. "Het aankleden van Daan op bed wordt me te zwaar, ik moet zo ontzettend trekken en sjorren om zijn broek goed omhoog te krijgen. Dat lukt bijna niet meer". Eigenlijk schrok ik er van. Paul die daar uit zichzelf over begint. Oei, dat zegt wat.

Ik wist zo geen oplossing. Paul kaartte het aan bij de ergotherapeut. Zij adviseerde om Daan bij het aankleden even gesteund te laten staan en dan zijn broek omhoog en dicht te doen. We doen zijn broek nu op deze manier aan. Het gaat iets beter, maar zwaar blijft het. Vorige week sprak ik de revalidatiearts over Daans gedrag en kwam dit punt ook nog even aan de orde. "De verzorging van Daan zal met het toenemen van zijn leeftijd steeds zwaarder worden voor u" zei hij. Hij heeft gelijk. Natuurlijk heeft hij gelijk en weet ik dit zelf ook best. Maar soms is het goed als een buitenstaander mij nog even confronteert met de feiten want Paul en ik hebben namelijk een valkuil. Onze grens van wat we aankunnen schuift ongemerkt steeds een klein stukje op, maar ik besef dat de rek er een keer uit zal zijn. Ooit zullen we een punt bereiken dat iets niet meer gaat. Het valt alleen heel zwaar om dat te erkennen.

Daan kan niet zwemmen maar hij vindt het heerlijk in het zwembad. Met speciale zwemvleugels blijft hij met zijn hoofd boven water en trappelt als een hondje in het rond. In het water voelt zijn spastische stijve lichaam vele malen lichter voor hem en kan hij beter bewegen. Daan geniet er van, het kan niet wild genoeg gaan. Er is niets leukers dan het betere gooi en smijtwerk in het water. Toen hij jonger was gingen we regelmatig op zondagochtend, als Paul en ik er genoeg energie voor hadden. We lieten hem samen in het water zakken en ik ondersteunde als Paul met Daan de stenen trap van het zwembad weer op moest klimmen. Het kostte ons veel energie maar het ging. Toen Gijs een jaar of twee was namen we hem ook mee naar het zwembad. Met enig kunst en vliegwerk kregen we het samen voor elkaar met twee kinderen. Loodzwaar was dat wel. Als we 's ochtends gezwommen hadden lieten we de jongens 's middags televisie kijken zodat we zelf een beetje bij konden komen. Langzamerhand werd Daan groter en hadden we continu twee paar handen nodig om Daan te tillen en om te kleden. Langzamerhand werd Gijs steeds beweeglijker en werd het steeds moeilijker om Daan te helpen maar ook goed op hem te letten in het water...

Deze week hadden we het er 's avonds over toen Daan en Gijs in bed lagen. "Eigenlijk moeten we weer eens met de jongens samen gaan zwemmen" zei Paul tegen mij. Ik keek hem aan en zei wat ik al heel lang wilde zeggen "sorry, dat ga ik echt niet meer redden." Paul zuchtte en zei even niets. Toen gaf hij toe "ik red dat eigenlijk ook niet meer." Daarna bleef het stil tussen ons en dat gebeurt niet vaak. We hadden onze grens naar elkaar uitgesproken, maar het viel ons allebei zwaar. Juist omdat we weten dat Daan zwemmen zo leuk vindt.

Het lijkt iets kleins, maar het is het eerste dat afvalt en dat is best confronterend. Met ons hele gezin samen zwemmen zit er niet meer in. Gijs vroeg het me vaak, wanneer we naar het zwembad zouden gaan. En steeds antwoordde ik iets vaags in de trant van dat doen we nog wel een keer. Toen hij het deze week vroeg had ik geen vaag antwoord, maar ik voelde een steek toen ik zei "als Daan dit weekend logeert gaan papa en ik met jou zwemmen. Met zijn drietjes" Zijn stralende ogen en de enorme knuffel die ik van hem kreeg verzachtten mijn pijn.