De geboorte van Gijs

Gijs had twee weken meivakantie. Ik heb stappen gezet de afgelopen maanden. Keuzes gemaakt, besluiten genomen. Zoals het besluit dat ik in schoolvakanties al mijn tijd en energie besteed aan mijn gezin. Bijkomend voordeel daarvan is dat zo’n pauze van twee weken mij weer voer geeft voor nieuwe blogs. Dat is mooi want nu Daan niet meer thuis woont komen de onderwerpen wat minder vanzelfsprekend bovendrijven. Goed, de meivakantie dus. Voorheen kwam ik in schoolvakanties nooit tot rust, had ik geen privacy. Er liep elke dag een hulpverlener voor Daan rond in huis. En als dat niet zo was had ik de volledige zorg voor Daan op mijn eigen schouders. Vakantie was geen rust, vakantie was hard werken. Sinds de verhuizing van Daan is dat veranderd. Vakantie is nu ook echt vakantie. Rust. Dat was zo hard nodig. Voor Gijs, voor Paul en voor mijzelf. Die rust geeft ook meer ruimte in mijn hoofd. Ruimte voor gedachten die voorheen niet boven kwamen. Zoals mijn gedachten op de verjaardag van Gijs. Zeven jaar werd hij deze meivakantie en ineens waren daar mijn herinneringen aan de zomer van 2007. Daan was vijf jaar. We waren voor de eerste keer met hem op Wigwamvakantie. Wigwamvakanties zijn er speciaal voor gezinnen met een gehandicapt kind. Want een leuke en haalbare vakantiebestemming vinden is dan bepaald niet eenvoudig. Wij logeerden die zomerweek in 2007 met Daan in een volledig aangepast wigwamhuisje. Doordeweeks was er een activiteitenprogramma voor alle kinderen mét en zonder beperking. Daan had op die dagen een persoonlijk begeleider zodat Paul en ik even aan onszelf toe konden komen.* We waren doodmoe. Al jarenlang had Daan regelmatig epilepsieaanvallen en huilde vrijwel hele dagen. Bovendien sliep hij nog steeds voor geen meter ’s nachts en wij dus ook niet. In die vakantie ontstond voor het eerst sinds vijf jaar overdag wat ruimte. Voor het eerst sinds die vijf tropenjaren voelden we een heel klein beetje hoe vakantie ook alweer bedoeld was. Tijd om erop uit te gaan, tijd om in de zon te zitten en...tijd om te praten over iets heel belangrijks. Namelijk of we na alles wat we hadden meegemaakt met Daan een nieuwe zwangerschap aandurfden. Paul was heel eerlijk. Dat is hij altijd. “Een tweede Daan trek ik echt niet” zei hij. “Ik ook niet” antwoordde ik heel beslist. Maar bij mij was daar ook dat andere gevoel. Dat ik heel graag nog een keer moeder wilde worden. Ik was achtendertig, zoveel tijd hadden we niet meer. Zwanger worden na mijn veertigste met alle bijbehorende extra risico’s vond ik niet verantwoord. Dat wilde ik absoluut niet. Daarom moesten we die zomer samen een keuze maken of we het wilden. En vooral of we het durfden. Daans hersenschade had geen erfelijke oorzaak voor zover we wisten. Er was geen aanleiding om te denken dat wij geen gezond kindje zouden kunnen krijgen. Toch was de keuze niet simpel. Angst, verdriet en uitputting hadden hun onuitwisbare stempel gezet op ons allebei. Bovendien, garanties op een gezond kind zijn er nooit. Zekerheid dat het deze keer wel goed zou gaan kon niemand ons geven. Na heel veel praten, wikken en wegen besloten we dat we het toch aandurfden. We zouden ervoor gaan. Het duurde ruim een jaar voor ik zwanger werd. September 2008 was het. Eindelijk. Wat een onbeschrijflijk gelukkig gevoel had ik na die positieve test. Dat herinner ik me nog zo goed... Ik besloot direct dat ik me geen zorgen zou maken. Stress was slecht voor de baby en mijzelf en het zou bovendien niets oplossen. Ik liet mij wel direct doorverwijzen naar de gynaecoloog. Daan was zeven weken te vroeg geboren doordat ik zwangerschapsdiabetes had en niemand dat had onderkend. Er waren fouten gemaakt, mijn klachten waren niet serieus genomen. Dat zou mij geen tweede keer overkomen. In deze nieuwe zwangerschap kregen we de eerste echo al na negen weken. Ik zag het bewijs. Opnieuw zo’n klein springend poppetje in mijn buik. Er kwam een enorme rust over mij. Intuïtief wist ik gewoon heel zeker dat het deze keer goed zou gaan. En dat was ook zo. Deze keer had ik een heerlijke, prachtige zwangerschap. Onze voorgeschiedenis met Daan zorgde ervoor dat de arts extra zorgvuldig was. Ze maakte tweewekelijks echo’s en zag na een maand of drie al dat onze baby te snel groeide. Het was niet veel, maar toch. Ze vermoedde zwangerschapsdiabetes en ik kreeg een zogenaamde glucose-tolerantietest. Je drinkt dan een suikerdrankje, waarna je bloed elk half uur wordt gecontroleerd op de afbraak van de suikers. Dat ging te langzaam, de gynaecoloog had dus gelijk. Ook nu had ik zwangerschapsdiabetes, maar deze keer waren we er gelukkig op tijd bij. Ik kreeg een streng dieet om mijn bloedsuiker onder controle te houden en moest dagelijks vier keer mijn bloed controleren met een vingerprik. Toch kostte mij dat allemaal geen enkele moeite. Ik deed het voor de gezondheid van onze baby. Betere motivatie was voor mij niet denkbaar. Na zevenendertig weken zwangerschap besloot de gynaecoloog om mijn bevalling in te leiden. Onze baby zou anders te groot worden met het risico op complicaties. Ze wilde elk risico uitsluiten en daar waren wij het natuurlijk helemaal mee eens. Na een heftige bevalling van een paar uur met minstens vijf mensen rond mijn bed beviel ik van Gijs. “Gefeliciteerd, jullie hebben een gezonde zoon” zei de gynaecoloog nadrukkelijk. Ik was te uitgeput om antwoord te geven, maar wat was ik gelukkig! Voor het eerst mocht onze baby heel lang op mijn buik liggen. Met zijn grote ogen bleef Gijs mij aankijken en ik bleef terugkijken. Paul zat naast mijn bed en hield ons allebei vast. Met een grote glimlach die niet meer van zijn gezicht verdween. Voor het eerst ervaarden wij die blauwe wolk. Die wolk waarin we alleen maar genoten van onze baby en onze enorme blijdschap. Tot het moment van die heftige flash back. Tot het moment dat ik merkte dat de armpjes en beentjes van Gijs koud en een beetje blauw waren. Plotseling schoot er een akelig bekende hevige angst door mij heen zoals ik die had ervaren bij Daan. Zuurstoftekort. NEE, niet weer!! “Hij ademt niet goed!!!” schreeuwde ik in blinde paniek tegen de arts. Doe iets man!!! Nog instabiel door de hormonen en mijn vermoeidheid ging mijn hart als een razende tekeer en raakte ik helemaal overstuur. En toen waren daar die geruststellende woorden van de arts. “Dit is heel normaal Jacomien, maak je alsjeblieft geen zorgen. Eerst moet het rompje op temperatuur komen, daarna volgen de ledematen pas.” Eerst was ik sprakeloos, daarna zó ontzettend opgelucht. Wist ik veel, nooit meegemaakt hoe het volgens het boekje zou moeten gaan..... Heel langzaam landde ik weer op mijn blauwe wolkje en daar ben ik sindsdien eigenlijk nooit meer vanaf gekomen. Onze lieve, slimme, eerlijke, ondeugende en sociale Gijs. Wat ben ik blij dat jij geboren bent. Vanaf dag één wist ik zeker dat het met dit kindje in mijn buik helemaal goed zou komen. En ik heb gelijk gekregen. Jij bent kerngezond, huppelt door het leven en bent hevig geïnteresseerd in alles wat je tegenkomt. Je bent ons zonnestraaltje waardoor er hier elke dag wat te lachen valt. Sinds jouw komst is er zoveel veranderd, ervaar ik dat grote verschil tussen mij en moeders die alleen gezonde kinderen hebben. Dat ik bij jou extra blij ben én blijf met alles wat goed gaat. En vooral dat ik dat niet vanzelfsprekend vind. Dat ik nog dagelijks verwonderd ben over jouw enorme ontwikkelingstempo. Dat ik geniet van jouw belangstelling voor de natuur en voor dieren. Dat ik verbaasd blijf over jouw grote technische inzicht dat je zo overduidelijk van papa en opa hebt geërfd. Dat ik geniet van jouw verandering, van het groter worden. Van de nieuwe stappen die je zet. Van het kopen van verjaardagscadeaus die bij die nieuwe ontwikkeling passen. Ik heb twee zonen, Daan en Gijs. Jullie zijn mij even lief. Daar geen enkel misverstand over. Daan houdt mij met één been in de zorgwereld. Gijs houdt mij met mijn andere been in de gewone wereld. Dat heeft ons leven veranderd. Iedere dag opnieuw merk ik hoe blij ik daar van word. Gijs, wij hebben jou niet gekregen “om iets goed te maken.” We hebben jou ook niet gekregen om later voor Daan te zorgen als wij dat niet meer kunnen. Ik wilde gewoon nog heel graag een keer moeder worden en ik ben heel blij dat dat gelukt is. Jouw geboorte heeft ons in heel veel opzichten extra rijk gemaakt. Ik kan niet in woorden uitdrukken hoeveel dat voor mij betekent.

 

*www.stichtingwigwam.nl