Dat doet ‘ie anders nóóit!

Daans ontwikkeling verloopt langzaam en grillig. Er is geen peil op te trekken. Als je me vraagt waar hij uit zal komen als hij een jaar of achttien is heb ik eerlijk gezegd geen idee. Ik ben blij met elke vooruitgang, maar ik probeer er niet teveel mee bezig te zijn. Soms denk ik dat bepaalde ontwikkelingen er niet meer in zitten en probeer ik die ook niet meer te verwachten. Dat vind ik moeilijk, want hopen doe ik altijd. Ik hoop voor Daan, niet voor mezelf. Ik hoop voor hem op meer zelfredzaamheid, op meer mogelijkheden in zijn beperkte leventje. Ik hoop dan vooral dat hij wat meer regie over zijn eigen leven kan krijgen. Dat hij wat minder afhankelijk wordt van anderen. Maar ik wil geen dingen van Daan verwachten die hij door zijn handicap gewoon niet waar kan maken. Dat vind ik namelijk niet eerlijk naar Daan toe. Maar het is ook zelfbescherming. Ik bescherm mezelf daarmee tegen de pijn. De pijn van opnieuw inleveren op Daans toekomst. De pijn van nog minder zelfstandigheid. Alleen bestaat het gevaar dat ik Daan onderschat als ik minder van hem verwacht. Ook dát wil ik niet. Want soms ineens is daar toch weer een stap vooruit die ik niet verwacht had.

Leren gaat bij Daan niet vanzelf. Verre van dat. Daan zit op een school voor zeer moeilijk lerende kinderen. Hem iets leren is dus moeilijk. Daarvoor moet je eerst goed begrijpen hoe hij functioneert. Zijn hersenen en lichaam werken nou eenmaal heel anders dan die van een gezond kind. Daan iets leren lijkt meer op trainen. Aan elk stapje vooruit gaat een ellenlange tijd vooraf van oefenen en herhalen. En elk stapje vooruit moet je blijven herhalen omdat Daan het anders weer vergeet. Daan vindt het op school ontzettend leuk. Op school doet hij meer dan thuis. Hij kan daar bijvoorbeeld netjes op zijn beurt wachten en goed luisteren…. Dat is thuis nog wel eens een puntje van aandacht. Dat hij op school meer laat zien maakt ook dat wij thuis soms voor verrassingen komen te staan. Bijvoorbeeld nadat Daan een zintuigen project had gehad op school. Zijn juf leerde hem allerlei dingen te proeven en te ruiken. Langzaam leerde Daan daardoor meer verschillende smaken kennen. Op school tenminste. Want daar hadden we thuis nog niets van gemerkt. Thuis wil Daan namelijk niet proeven.

Maar sinds kort doet Daan mij aan een uitspraak uit een oud reclamefilmpje denken. Die van “even Apeldoorn bellen”. Daarin wandelen een keurige meneer en mevrouw in het park. Ze hebben een eveneens keurig piepklein hondje met een jasje aan een piepklein riempje. Het stel ontmoet een dame met een grote lelijke bulldog aan de lijn. Ze raken even in gesprek en net op dat moment eet de grote lelijke bulldog het keurige piepkleine hondje in één grote hap op. Het riempje hangt daarna nog uit zijn bek te bengelen. De keurige mevrouw van het piepkleine hondje krijgt een hartverzakking terwijl de dame van de grote bulldog roept “dat doet ‘ie anders nóóit!”.

Daans vooruitgang in ontwikkeling van de laatste tijd heeft ervoor gezorgd dat die uitspraak hier in huis een vaste kreet is geworden. Sinds kort roepen wij regelmatig ”dat doet ‘ie anders nóóit!” Bijvoorbeeld als we horen dat Daan bij iemand anders koekjes heeft gegeten terwijl hij bij ons alleen maar crackers wil eten. Bijvoorbeeld als ik hoor dat Daan op school snoep eet terwijl hij dat bij ons nooit doet. En afgelopen week was er ook een bijzonder voorval. Daans Turkse klasgenootje was jarig. Haar moeder maakt dan altijd lekkere hapjes om te trakteren. Ik kreeg een mailtje van de juf: “Daan had een uitstekend humeur vandaag en was de gangmaker op  het verjaardagsfeestje. Wie had dat een jaar geleden nou kunnen denken?” Ik lachte toen ik het las. Dat had ik zeker niet kunnen denken want, inderdaad, dat doet ‘ie anders nóóit! De juf mailde ook dat Daan had genoten van de Turkse hapjes. Hij vond de loempia’s zo lekker dat juf er een in een doosje had meegegeven. Het leek een beetje op een Vietnamese loempia. Paul kwam thuis. Daan heeft loempia’s gegeten op school zei ik lachend tegen hem. “Ja hoor natuurlijk” grijnsde Paul, “dat doet ‘ie anders nóóit!”.

Daan gaat vooruit. Maar wij merken het vaak pas later. Zoals kort geleden. Terwijl ik kookte keek Daan in de kamer televisie. Hij wilde de deur naar de keuken dicht hebben. Dat snapte ik want dat gekwek van mij in de keuken leidt natuurlijk maar af. Dus deed ik zoals altijd de deur netjes achter hem dicht want dat kan Daan niet zelf. De deur open doen gaat trouwens wel. Na een paar minuten vloog de deur weer open en denderde Daan met zijn rolstoel de keuken in. Als er namelijk een héél spannend stukje Sesamstraat te zien is komt Daan altijd naar de keuken. Dan heeft hij mij even nodig. Natuurlijk mag dat. Na een paar seconden reed hij terug naar de kamer en zei “mag de deur dicht”. Dat deed ik. Maar dit tafereel bleef zich eindeloos herhalen en ik raakte geïrriteerd van dat heen en weer gedoe. Na de zoveelste keer riep ik geërgerd: “weet je wat je doet joh, doe die deur lekker zelf dicht!” En wat ik nooit verwacht had gebeurde. Daan reed doodleuk naar de kamerdeur, reed met één hand achteruit en trok langzaam en beheerst zelf de kamerdeur dicht. Ik stond perplex. Dat doet ‘ie anders nóóit! Hij kon het dus best zelf. Hij vond het alleen wel makkelijk dat ik het altijd deed…

 

Daan iets leren is een vak apart. Daarvoor moet je veel toewijding en inzicht hebben. De ondersteuning van Daans school is zowel voor hem als voor ons heel belangrijk. Veel van wat hij daar leert maakt ons leven thuis met Daan makkelijker. Ook in het speciaal onderwijs bestaan leerkrachten in soorten en maten. Met af en toe een hele bijzondere. Het is niet mijn gewoonte om namen te noemen in mijn blogs maar nu doe ik het wel. Daans juf Monique is namelijk een hele bijzondere juf. Met haar talent om op haar eigen bijzondere manier naar ons kind te kijken en haar eigen manier van werken heeft zij een grote vooruitgang bij Daan bereikt. Dat betekent ontzettend veel voor Daan en voor ons.

 

Benieuwd naar Monique’s drijfveren en motivatie heb ik haar kort geleden geïnterviewd. Monique, bedankt voor het fijne gesprek en voor je ongelofelijke inzet voor Daan en voor ons. Met jou als zijn juf blijven wij ongetwijfeld nog jaren “dat doet ‘ie anders nóóit” roepen!