Kort geleden gaven wij een tuinfeest voor onze PGB-hulpen. Het was een prachtige zomeravond met warm weer tot in de late uurtjes (nou is half één ’s nachts voor ons al héél laat hoor….). Met een grote tent, kaarsjes, een drankje en een buffetje was het erg gezellig. Paul ik kregen van iedereen samen een mooi cadeau: een avondje tapas eten inclusief gratis oppas. Dat was wel zo’n beetje het beste cadeau dat ze ons konden geven. Want avondjes uit zijn zeldzaam voor ons.
Daan was de eerste zes jaar van zijn leven een extreem angstig kind dat letterlijk als een aapje in onze nek hing. Paul en ik waren zijn veilige haven, zijn houvast. Als wij er niet waren raakte hij in paniek en huilde hartverscheurend. Daan reageerde zo hevig op een oppas dat ik niet met een gerust gevoel een avondje de deur uit kon. Ik kon alleen weg als Paul thuis was en andersom. Dat gaf een heel beklemmend gevoel. Vastgenageld aan huis, dat waren we.
Daan sliep heel slecht. We gingen er zo’n zes keer per nacht uit. We waren doodmoe, maar we vonden toch dat we een avond uit moesten. Alleen oppas vinden was het probleem. We wisten zeker dat Daan ’s avonds wakker zou worden. Hij sliep nooit langer dan 2 uur achter elkaar. Dan moest er wel een vertrouwd iemand zijn. Pauls moeder bood aan om te komen. Zij was dol op Daan en onvermoeibaar in liedjes zingen. We besloten de gok te wagen.
En daar gingen we, naar een concert in de schouwburg in de dichtstbijzijnde stad. Zodat we snel weer thuis konden zijn als het nodig was. Niet zo slim, twee extreem vermoeide mensen in de winter in een warme schouwburgzaal in het donker…… Inderdaad, ik viel in slaap. Concert of niet, ik heb niks meer gehoord! Het was een duur dutje.
Toen we thuiskwamen konden we Pauls moeder niet vinden. Ze zat met Daan op schoot boven op zijn kamertje. Vijf minuten na ons vertrek was hij gaan huilen. Ze had urenlang liedjes gezongen en de hele avond niets gedronken of gegeten. Ze wilde ons niet bellen want ze gunde ons een avond weg. Heel erg lief, maar dit wilden we haar niet nog eens aandoen. En zo gingen er jaren voorbij zonder avondjes uit.
We zochten naar andere mogelijkheden en maakten onze eigen avondjes thuis. Daar werden we creatief in. In het weekend gingen we bijvoorbeeld kaasfonduen als Daan in bed lag. Dan konden wij in alle rust eten en uitgebreid bijpraten. Heerlijk. Want ook van bijpraten kwam in die tijd weinig terecht. En zo gaan relaties stuk. Voor je het weet heb je geen idee meer wat de ander bezighoudt. Die avondjes thuis hebben we jaren volgehouden. Zo hebben we het gered.
Echt makkelijk is het nog steeds niet voor ons om op stap te gaan. Er moet altijd veel geregeld worden vooraf. Maar de tijden zijn wel wat veranderd. Gelukkig. Afgelopen zaterdag gingen we onze tapasbonnen besteden. Toen ik vlak voor vertrek fris gewassen en in rokje beneden kwam, hoorde ik indianenkreten vanaf de trampoline buiten. Daan en Gijs vermaakten zich prima met de oppas van die avond. Ik liep naar buiten. Gijs zette grote ogen op en riep “kijk nou, wat is dat??” Hij wees naar mijn kleren en laarzen met hakken. “Mama heeft gekke schoenen aan!” riep hij. Ik moest verschrikkelijk lachen, maar kon het hem niet kwalijk nemen. Hij kent mij niet anders dan in mijn dagelijkse kloffie met spijkerbroek en shirt.
De oppas ging pannenkoeken bakken en eten met onze mannetjes. Van Gijs kreeg ik nog een kusje toen ik wegging, maar Daan had er geen tijd voor. Die was te druk op de trampoline. Sommige moeders vinden dat vreselijk, maar ik vind dat geweldig. Ik heb het tien keer liever dan het wanhopige afscheid nemen dat ik vroeger deed.
Paul en ik vertrokken en hebben heerlijk tapas gegeten. We hebben in alle rust kunnen bijpraten en zijn daarna ook nog eens naar de film gegaan. Toen we thuiskwamen lagen beide jongens lekker te slapen en dat hebben ze de hele nacht volgehouden. Tijden zijn veranderd, zeg dat wel.....