Vorige week las ik een interessante blog op sociale media; ‘Waarom je afhaakt bij mensen die nep zijn.’ Zo herkenbaar! Ik deelde het bericht met de vermelding ‘Ik ben er allergisch voor’. Dat is ook echt zo, ik word oprecht akelig van mensen die onecht zijn. Mijn probleem is alleen dat ik dat niet altijd direct doorheb.
Vileine types
Paul en ik hebben een bijzonder evenwicht als het hierom gaat. Zijn uitgangspunt: ‘ik wantrouw totdat de ander het tegendeel bewijst’. Daarin speelt zijn werk een rol want dat confronteert hem vrijwel dagelijks met de minder mooie kant van de mens. Daar word je gewoon een beetje cynisch van. Bij mij werkt het omgekeerd. Ik ga bij voorkeur uit van het goede in de mens. Zo zit ik nou eenmaal in elkaar, op een andere manier kan ik niet leven. Maar dat heeft ook een risico. Zo ga ik met enige regelmaat hard op mijn snuit, dan maak ik een inschattingsfout. Echt, ik verbaas me er nog steeds over hoe mensen twee of zelfs meer gezichten kunnen hebben. Ken jij ze ook? Van die vileine types die je onopvallend maar bewust op het verkeerde been zetten. Totdat je merkt hoe het werkelijk zit. Niet leuk.
Nep en plastic
Bij het blog over neppe mensen moest ik direct aan onze Daan denken. Ernstig meervoudig gehandicapt, maar een kei in aanvoelen. Daan presteert het om mensen die hem vriendelijk benaderen op afstand te houden. Door zijn elleboog met een ongenadige por in hun ribbenkast te parkeren. En geloof me, dat voel je goed. Vroeger vond ik dat gedrag ongemakkelijk en gênant. Totdat ik merkte dat hij op zulke momenten altijd gelijk heeft. Daan maakt geen inschattingsfouten. Nooit. Hij wéét het gewoon als je echt en oprecht bent. En heeft een feilloze intuïtie voor nep en plastic.
Onechte visite
Ik herinner me een opvallend voorval. Daan was nog een peutertje en wij kregen bezoek. In die periode huilde Daan vrijwel altijd, maar toevallig had hij een goede dag. Daar waren wij blij mee. Dat combineerde wel zo fijn met mensen over de vloer. Daan kon nog niet praten, wel lachen. En schoof die dag vrolijk op armkracht over de vloer. Onze visite kwam binnen en deed vriendelijk en aardig. Maar Daan weerde af en zijn gedrag sloeg acuut honderdtachtig graden om. Hij huilde en jengelde werkelijk aan één stuk door. Er was niets meer met hem te beginnen, wij hadden geen idee wat hem mankeerde. Een gesprek bleek onmogelijk en ons bezoek maakte zich vrij snel uit de voeten. Met een lichte kater lieten wij ze uit. De deur was amper dicht of Daan sloeg om als een blad aan een boom. Hij lachte weer en schoof gezellig over de vloer. De verandering was zó extreem dat Paul en ik elkaar stomverbaasd aankeken. We begrepen er niets van. Totdat een paar weken later bleek dat de vriendelijkheid van ons bezoek onecht was geweest. Er speelde een ware depressie in die relatie en dat had Daan haarfijn aangevoeld.
“Komt goed mama”
Daan prikt altijd overal doorheen. Een paar maanden geleden voelde ik me een periode niet zo goed. Maar mijn bedrijf en gezinsleven draaiden gewoon door dus ik ook. Tenminste, ik deed mijn best. Precies in die periode trok Daan mij tijdens een van onze zondagse bezoekjes (onbedoeld) hardhandig naar zich toe. Terwijl hij mij vastklemde in een soort wurgende knuffel zei hij “Komt goed mama, maak je maar geen zorgen.” Poeh dat kwam binnen... Met die woorden troostte ik hem vroeger altijd. Het raakte mij dat hij ze had onthouden inclusief betekenis. Ik kietelde hem onder zijn oksels om weer los te komen en gaf hem daarna een dikke zoen. Mijn grote kleine man laat zich niet neppen. Zelfs niet door zijn eigen moeder. Hij mag dan verstandelijk functioneren op peuterniveau, intuïtief is hij ons allemaal veruit de baas. Ik kan nog veel van hem leren.