Ik zie nog goed voor me hoe de schaafwondjes op Daans babyhoofdje eruitzagen. Amper een week oud was hij. Grote mensen hadden die middag met botte naalden zijn babyhoofdje ontvet voor een EEG-onderzoek waar Paul en ik niet bij mochten zijn. Waar wij zelfs niet eens van wisten. Nog dizzy van de zwangerschapshormonen en vol emotie na een slecht nieuws gesprek werd ik razend toen ik het ‘s avonds zag. Hoe haalden ze het in hun botte hersens??

 

EEG-trauma

Ik zie nog goed voor me hoe twee medewerkers van de epilepsiekliniek hun uiterste best deden om met wattenstaafjes zachtjes Daans peuterhoofdje te ontvetten om zo snel mogelijk elektrodes vast te kunnen lijmen. Voor een pijnloos EEG-onderzoek. Daan zat op schoot, muurvast in de bankschroef van papa’s sterke armen terwijl ik zijn benen met mijn armen omklemde. Op de achtergrond probeerde een cd met kinderliedjes Daan te kalmeren. Het mocht niet baten. Zijn gegil en gekrijs was tot ver buiten de muren van het benauwde kamertje te horen. Daan huilde niet vanwege de pijn, maar was in paniek. Door het trauma dat hij bij dat allereerste EEG- onderzoek had opgelopen. 

 

Urinewegonderzoek

Het was 2003, ons mannetje was nog maar acht maanden oud. We waren voor de zoveelste keer in het Deventer Ziekenhuis. Daan had een blaasontsteking en de kinderarts vond een onderzoek van de urinewegen met contrastvloeistof noodzakelijk. Ik zie nog goed voor me hoe die man met het zweet op zijn voorhoofd een poging deed om een piepklein flexibel buisje in Daans piepkleine piemeltje te peuteren. Een ontzettend aardige en betrokken dokter. Tegen de vijfenzestig met een schat aan ervaring. Toch had hij vele pogingen nodig. Ons mannetje was nog zo klein, maar er werd zoveel aan hem getrokken. Er hadden zoveel handen aan hem gezeten die hem pijn hadden gedaan. Dus verzette Daan zich opnieuw hevig. Ging compleet door het lint en krijste het hele ziekenhuis bij elkaar. Paul hield hem vast terwijl ik achter een scherm moest staan. Met tranen in mijn ogen.

 

Bloedprikken 

Een paar weken later. Ik zie nog goed voor me hoe dezelfde kinderarts bloed moest prikken bij Daan. Omdat de prikpoli het niet aandurfde. Daan was door mijn zwangerschapsdiabetes en zijn onvermogen om te bewegen een stevig Michelin mannetje. Zijn aderen amper zichtbaar. Tot vijf keer toe prikte de kinderarts mis. In Daans arm, in zijn lies, in zijn buik, in zijn been..... Na elke mislukte prik deden wij een mislukte poging om Daan te troosten. Tot de zesde prikpoging op zijn kleine kinderhandje eindelijk lukte. Daan drijfnat van de stress en het huilen. Wij ook.Heftige momenten zoals deze volgden elkaar in veertien jaar Daan in een moordend tempo op. Soms voelde het alsof ik amper tijd had om adem te halen. Laat staan tijd om mijn emoties een beetje te verwerken.

 

Sinds Daan verhuisd is komt de rust langzaam terug. En komen mijn opgespaarde emoties bij wijze van achterstallig onderhoud alsnog. Ineens, schijnbaar zonder aanleiding flitsen hevige onmacht en verdriet naar boven. Zo ook op de dag van die grote stroomstoring in Amsterdam. Toen ik op de radio mensen hoorde die een paar uur in een stilstaande trein hadden moeten wachten. “Oh nog nooit zoiets ergs meegemaakt!” zei iemand. “Tjonge, als dit echt het ergste was heb je een goed leven” zei ik hoofdschuddend tegen de radio. En realiseerde me tegelijkertijd dat mijn referentiekader totaal verschilt van dat van heel veel mensen. Veel 'problemen' zie ik niet eens. Ondanks al mijn tranen vind ik dat heel waardevol.