De kerstdagen zitten bij ons niet stampvol met bezoek en lange diners. Dat is met Daan niet te doen. Binnen onze mogelijkheden proberen we de kerstdagen zo goed en zo leuk mogelijk in te vullen. Eerste kerstdag kregen we familiebezoek. We dronken uitgebreid koffie met mijn zelfgemaakte carameltaart, maar 's middags waren we buiten zodat Daan even lekker kon rond racen. Daarna kookte ik uitgebreid voor mijn mannen en daar genoten we van.

Onze tweede kerstdag bleef leeg, zonder afspraken. We wilden iets ondernemen, maar dat viel niet mee. Vind voor tweede kerstdag maar eens een plek waar je goed met een rolstoel terecht kunt en waar het niet te druk is. Van een vriendin kreeg ik de tip om naar het openluchtmuseum te gaan. Omdat het museum buiten is zou Daan minder last hebben van drukte en lawaai. We besloten om te gaan. Over Gijs maakte ik me geen zorgen want Gijs vindt alles leuk. Met hem iets ondernemen is altijd gezellig. Met Daan ligt dat anders. Een dagje uit met Daan vraagt veel voorbereiding en is nooit ontspannen. Het is altijd afwachten wat het wordt, garanties zijn er nooit. En als het mis gaat vind ik dat vooral naar voor Gijs.

De dag begon slecht. Daan was al boos toen hij wakker werd. Geen idee waarom, maar door zijn puberhormonen hebben we dat probleem tegenwoordig vaker. We worstelden ons door het aankleedritueel en het ontbijt. Ik was er niet gerust op, maar eenmaal in de auto ging het met de juiste muziek op de radio een stuk beter. Ik haalde opgelucht adem. Op de parkeerplaats bij het museum laadden we ons gezin uit de rolstoelbus. Zoals altijd draaiden alle hoofden in onze richting, maar ik deed net alsof ik dat niet merkte.

Vol goede moed gingen we op weg naar de ingang. Er stond een flinke rij voor de kassa. Wachten met Daan is een ramp dus nam Paul de jongens mee naar een rustig plekje zodat Daan even kon rolstoel racen. Van een afstandje zag ik dat het goed ging en tevreden sloot ik aan in de rij. Toen ik eenmaal kaartjes had zocht ik mijn mannen weer op. Meteen zakte mijn blije gevoel. Ik zag Daan met een trillende lip en tranen in zijn ogen. Niet begrijpend, in de war, onzeker en dwars. Langzaam voelde ik dat rotgevoel van onmacht opkomen. We hadden gedaan wat we konden en Daan goed voorbereid. We hadden de goede muziek in de auto en het was droog. Eigenlijk zat alles mee, maar toch was zelfs dat niet genoeg. Was het te druk, te onduidelijk, te veel voor Daan en konden we een moeizame dag tegemoet zien?

"Ik weet het even niet" verzuchtte ik. Paul zag de emotie op mijn gezicht en besloot er wat humor uit Sesamstraat tegenaan te gooien. Hij zette zijn Ernie stemmetje op: "Daan doet dit om de krokodillen weg te jagen Bert" zei hij. Ik schoot vreselijk in de lach en speelde het spelletje mee. "Maar er zijn hier helemaal geen krokodillen Ernie" antwoordde ik met een Bert stemmetje. "Nou, zie je wel dat het helpt!" zei mijn eigen Ernie triomfantelijk. Gijs lachte om ons en wij lachten om onszelf. En Daan? Vergat spontaan zijn verdriet. Als een echte puber keek hij misprijzend naar zijn belachelijke ouders die in het openbaar een suf toneelstukje opvoerden. Maar... Pauls missie was geslaagd. De stemming zat er weer in en we gingen naar binnen.

In het museum wandelden we over de paadjes langs vuurkorven en brandende lantaarntjes. Het was een gezellig sfeertje. We gingen zelfs over het roverspad terwijl dat eigenlijk niet rolstoeltoegankelijk was. Paul hotste en botste met Daans rolstoel over de kuilen en hobbels. Daan genoot terwijl Gijs hard voor ons uit reed op zijn loopfiets. Tussen de middag streken we neer in de herberg voor een broodje. We waren net op tijd, want kort na onze komst stonden de mensen buiten in de rij te wachten tot er weer een tafeltje vrij zou komen. Binnen was het heerlijk warm en.... druk. Veel geroezemoes en kwetterende kleine kinderen. Dat zijn omstandigheden waarin we vooral niet moeten terechtkomen met Daan, daar kan hij namelijk niet tegen. Ik keek ongerust naar Daan, maar hij leek er tot mijn verbazing geen last van te hebben.

De jonge serveerster kwam en Daan zette als een echte puber zijn mooiste glimlach op. "Mevrouhouw???" zei hij. Gelukkig reageerde ze leuk. "Wat is er jongeman?" Meestal zegt Daan dan iets onduidelijks waar mensen niets mee kunnen zoals "ik heb ook een drie" maar deze keer zei hij met een grijns "jij hebt een muts op!". Het meisje lachte lief naar hem en voelde even of haar kerstmutsje nog goed zat. Daan lachte lief terug. Het meisje zette onze broodjes op tafel. Volkomen onverwacht besloot Daan op dat moment dat het tijd was voor de slappe lach. Paul en ik keken elkaar grijnzend aan, de sfeer kon niet meer stuk. Het eten schoot met Daan voor geen meter op maar gezellig was het wel.

Die dag vestigden we een nieuw record. Met Daan erbij bleven we vier uur in het museum. Ongekend. Tevreden reden we naar huis waar ik een grote pan stamppot maakte. Onze kerstdag zag er dan misschien anders uit dan die van de meeste mensen, de vraag is wie er meer plezier heeft gehad....!