Onvoorstelbaar onvoorspelbaar. Dat is ‘ie, onze Daan. Ik vind dat ingewikkeld. Dat komt vast ook doordat ik zelf zo lekker voorspelbaar ben. Geen grapje hoor, vraag het Paul maar. Ik houd niet van verrassingen en wil altijd graag weten waar ik aan toe ben. Maar net als ik denk dat ik weet hoe het werkt met Daan, net als ik denk dat ik toch alles wel een keer meegemaakt heb met hem..... net op die momenten verzint ‘ie weer iets nieuws. Om daarmee te leren leven vond ik een pittige opgave. Vooral omdat ik zelf totaal anders in elkaar zit. Toch heb ik geleerd om ermee te leven. Ik moest wel, een andere optie was er niet. Afgelopen weekend was het weer raak. En dat terwijl we alles zo goed voorbereid hadden. Ik zal even bij het begin beginnen. Ruim een maand geleden kwam Daan voor het eerst een weekend thuis. We hadden dat heel lang uitgesteld om te voorkomen dat Daan in verwarring zou raken. Dat hij misschien zou denken dat hij weer thuis zou komen wonen. Na ruim zes maanden maakten zowel zijn begeleiders als wij de inschatting dat Daan ver genoeg was in zijn gewenningsproces om een weekend thuis aan te kunnen. We kozen heel bewust voor één nachtje. Op zaterdag na het ontbijt ophalen en op zondag voor het avondeten weer terug. Bewust gekozen om Daan zo goed mogelijk in het ritme van de Zorgboerderij te houden. Bewust gekozen omdat een weekend Daan op deze manier haalbaar is voor ons. Ik haalde Daan rond tien uur op die zaterdagochtend. Daans begeleider had hem uitgelegd wat hij zou gaan doen. Dat weekend hadden we op alle fronten geluk. Ten eerste had Daan een uitstekend humeur, de beste start die je kunt hebben. Ten tweede was het mooi weer en dat gaf ons meer mogelijkheden om Daan bezig te houden. Op zaterdag waren we samen in onze tuin en aten we ’s avonds pannenkoeken. “Papa en mama hebben slaapdienst” zei Daan wijs. Wij schoten in de lach. Inderdaad, wij hadden vrijwillig slaapdienst. Die nacht sliep Daan als een blok en werd gezellig wakker. Op zondag douchte hem uitgebreid. Mijn rug protesteerde direct en na afloop had ik een rood hoofd van inspanning. Niet voor te stellen dat ik dit voorheen elke dag deed... Daan wilde graag een rondje door het dorp lopen. Daar liepen we in het zonnetje. “Ga naar Lelie, dan kan ik stokjes eten” zei Daan. De Lelie is de naam van de supermarkt in ons dorp en inderdaad, elk kind krijgt daar stokjes bij de kassa. Dat had Daan uitstekend onthouden. Maar ja, op zondag is de Lelie dicht dus dat ging niet door. “Dat kan niet Daan” zei ik, de Lelie is vandaag dicht. Op slot.” “Oké oké oké” zei Daan en legde zich daar zonder protest bij neer. Paul en ik wisselden een blik van verstandhouding. Wat een opluchting was deze reactie, geen verzet en geen boze bui. Dat waren we niet gewend! Die zondag reed Paul rond een uur of drie met Daan terug naar de boerderij. Het was een prima eerste weekend. Dat gaf moed. Afgelopen weekend kwam Daan voor de tweede keer thuis. Deze keer hadden we een feestje gepland om alsnog zijn verjaardag te vieren. Daan houdt niet van drukte maar wel van feest. Feest is namelijk inherent aan taart, chips en patat of pannenkoeken. Het was zaterdag prachtig weer en natuurlijk vierden we zijn feestje buiten. Dan kon Daan wegrijden uit de drukte als het hem teveel zou worden. Bijna al onze oud pgb’ers waren er. Wij hadden verwacht dat Daan dat heel verwarrend zou vinden, maar hij reageerde juist ontzettend goed. Was blij om iedereen weer te zien. Daan kreeg op ons verzoek kaarten. Leuke en lieve kaarten voor op het prikbord op zijn kamer. Daardoor voelt Daan dat de mensen die hij niet zo vaak ziet toch aan hem denken. Dat vindt hij fijn. Als cadeau hadden we geld gevraagd voor een aangepast kippenhok in de belevingstuin van Daans woongroepje. Het was een leuk en gezellig feest. Daan vluchtte niet weg, maar bleef er juist constant bij zitten. Toen Paul hem ’s avonds naar bed bracht was hij wel doodmoe van alle indrukken. Die avond was Daan erg onrustig en liepen we diverse keren naar hem toe. Te warm, deken kwijt, vieze luier. Hij sliep pas rond half elf. Misschien was dat een voorbode, ik weet het niet. Zondagochtend leek er niets aan de hand. Paul bakte croissantjes en daarna mocht Daan samen met Gijs in pyjama naar Z@ppelin kijken. Zoals vanouds. Vanaf dat moment ging het mis. Vanaf dat moment was Daan boos, ongedurig en dwars. Hij sloeg mij woedend weg toen ik hem wilde douchen en herhaalde onophoudelijk één zin: “ik houd niet van bij ons, ik houd van op bezoek.” Vrij vertaald, Daan houdt niet van thuis zijn en heeft liever dat wij bij hem op bezoek komen. Met heel veel moeite kreeg ik hem uiteindelijk gewassen en in de kleren. Geen kinderachtige opgave met zo’n puberlijf vol protest. Het was intussen half twaalf. “Ik houd niet van bij ons, ik houd van op bezoek!” bleef Daan boos zeggen. Hij wilde niets. Niet buiten zijn, niet binnen zijn, niet wandelen. Niets. Geen land mee te bezeilen. Ik kon er geen vinger op leggen. Waar was het mis gegaan? Ik keek Paul vragend aan maar hij keek net zo vragend terug. We wisten het niet. We probeerden van alles maar hoe graag we ook wilden, we vonden geen oplossing. We haalden het tot de lunch. Intussen ontplofte Gijs ook. “Nou als Daan zo thuis komt hoeft het van mij niet!” Gijs was er klaar mee en dat begrepen wij heel goed. Daans stempel op de dag werd te groot, dat was aan alle kanten voelbaar. Zonder woorden waren Paul en ik het snel eens. In het belang van ons allemaal niet onnodig rekken. Daarom pakte ik na het eten Daans tas in en tilde Paul hem in de auto. Daan leek opgelucht dat hij weg kon. Heen en weer geslingerd tussen onmacht, medelijden en een vaag verdrietig gevoel gaf ik hem een dikke knuffel en keek toe hoe ze weg reden. Gijs leek ook opgelucht en ik fietste met hem de dijk op. Even ons hoofd leeg laten waaien en alles laten bezinken. Dit weekend was blijkbaar verwarrend voor Daan. Ik zou daar heel verongelijkt en gekwetst op kunnen reageren. Zeggen dat we toch zo ons best hebben gedaan. Maar dat doe ik niet. Dat heeft namelijk geen zin. In plaats daarvan zoek ik een antwoord. Waar ging het mis? Wat heeft Daans omslag veroorzaakt? De kans is groot dat ik dat antwoord nooit vind. Daan blijft die puzzel op wielen. Die puzzel waaraan altijd een stukje ontbreekt. Als een sudoku zonder cijfers, een woordzoeker zonder woorden. Getraind in positief blijven zie ik ook iets waar ik blij om ben. Dat Daan zich thuis voelt in zijn tweede thuis op de Zorgboerderij. Zelfs meer thuis dan bij ons. Aan dat laatste moet ik gewoon nog even wennen.