Zo! Het is weer zover. We zijn beland in januari, oftewel ‘the month after’. De maand met het pijnlijke, grootse effect van de feestdagen. De maand waarin ‘echtscheiding’ het meest gegoogelde woord is. Serieus, dat hoorde ik vorige week op Radio 1. De maand waarin sommige mensen nog bijkomen van de familieruzie aan het kerstdiner. De maand waarin het aankomt op de uitvoering van de goede voornemens voor dit nieuwe jaar. En dan vooral het volhouden daarvan. De maand waarin mensen massaal naar de kiloknaller fitness gaan omdat ze zich ongans gegeten hebben in december. Jawel, januari is een bijzondere maand.

 

Buitenstaander
Ik voel nogal een buitenstaander wat dat betreft. Ik heb me niet ongans gegeten in december en ik drink zelden of nooit alcohol. Daar val ik namelijk van in slaap. Ik heb jullie ook geen spectaculaire kerstmenu’s te melden, alleen onze gourmet met zijn drietjes was anders dan anders. En oh ja, de kaasfondue op oudjaarsdag. De positieve conclusie van dit alles: voor mij valt er niets te kiloknalleren en dat is dan ook wel weer lekker. Jongens, persoonlijk ben ik blij dat het januari is. Voor mij is januari de maand op weg naar de lente. De maand waarin het alweer langer licht is. Ik ben niet zo dol op die feestmaand december, maar het is ‘not done’ om dat te zeggen heb ik gemerkt. Je hóórt het leuk te vinden. Of zoiets. Het zal ermee te maken hebben dat onze decembermaand vanaf de geboorte van Daan ingewikkeld is geweest. Met feesten die Daan niet begreep en die vooral stress opleverden was het voor ons geen feest. We konden de deur niet uit naar anderen en mensen op bezoek was ook zelden een optie. Alleen met vrienden die uit ervaring wisten hoe het werkt met een kind als Daan ging het goed. Zij accepteerden. Begrepen het stilzwijgend als het weer eens anders liep. Voor ons was de decembermaand een periode waarin het niet mee kunnen doen met de rest extra werd benadrukt. Waarin ons anders zijn nóg meer opviel. Bij ons draaide december vooral om de vraag ‘hoe komen we deze periode zo goed mogelijk door met ons kind dat alle kanten op stuitert?’ Dat heeft wel een paar kerfjes achtergelaten op mijn ziel.

 

Kerst anno nu
Ons gezin is nog steeds anders. Ook nu Daan niet meer thuis woont. Alleen stellen we onszelf nu een nieuwe vraag in december. ‘Hoe kunnen we op een goede manier als gezin samen zijn zonder dat we Daan naar huis halen?’ Want als we dat doen is hij drie dagen van de leg door het onderbreken van zijn ritme. Dat willen we natuurlijk niet. Daarom bedachten we in goed overleg met Daans begeleiders een pannenkoekenlunch op tweede Kerstdag. Dat leek ons wel wat. Met ons viertjes gezellig lunchen in de woonkeuken van de Zorgboerderij. Daan is dol op pannenkoeken. Het was grauw en regenachtig, maar dat maakte voor ons plan niet uit. Op tweede kerstdag pakten we ’s ochtends een grote krat in met alles wat we nodig hadden. Zowel praktisch als voor de sfeer lieten we niets aan het toeval over. Waren overal op voorbereid. Een gezellig tafelkleed, waxinelichtjes in glazen potjes (wel zo veilig met Daan), een thermoskan koffie, limonade, bekers, twee dikke pakken kant en klaar pannenkoeken, stroop, suiker, servetten, zelfs een toetje, het onvermijdelijke natte washandje voor Daans kleffe vingers en last but nog least zette ik de Top 2000 app op mijn telefoon voor een gezellig muziekje op de achtergrond. Toen we op de boerderij kwamen bleek Daan al voorbereid. “Ga pannenkoeken eten mama? Inne auto?” Ah, een misverstand. Daan dacht dat we met de auto uit eten gingen. Logisch, we hadden nooit eerder samen op de Zorgboerderij gegeten. Ik probeerde het hem uit te leggen, maar dat werkte niet. Dus nam ik hem mee naar de woonkeuken en begon alvast met tafel dekken. Langzaam drong het tot Daan door dat we daar zouden eten en tot mijn opluchting paste zich wonderbaarlijk snel aan. Werd niet boos en was niet gefrustreerd. Hoera! Met een gedekte tafel, een muziekje en kaarsjes aan wierp Paul zich op de koekenpan om onze pannenkoeken op te warmen. De eerste twee waren uiteraard voor Daan en Gijs. Ze vonden het allebei heerlijk. En we hadden maar net genoeg. In record tempo werkte Daan vijf pannenkoeken naar binnen. Intussen bleven Paul en ik hem kritisch gadeslaan op signalen dat onze Kliko genoeg had gegeten. Dat geeft Daan namelijk niet aan. Toen hij moeilijker ging slikken wisten we genoeg. “Ja hoor, hij zit tot aan het maatstreepje” zei Paul. En inderdaad. Uit veiligheidsoverwegingen lieten we Daans toetje maar voor wat het was.

 

Voor altijd anders dan anders
Na het eten was Daan wel klaar met ons. Hij draaide zich om in zijn rolstoel, reed naar de woonkamer en sprak de stagiaire op zijn charmantst aan: “zullen wedstrijd doen?” Tot tevredenheid van Daan zei ze ‘”ja straks”. In afwachting van de beloofde wedstrijd verschanste Daan zich op zijn kamer met de Top 2000 op de radio. Paul, Gijs en ik compleet uit beeld. En ik zal je zeggen, dat vond ik prima. We hadden het fijn gehad samen. Goed voor Daan én goed voor ons. Daan pakte zichtbaar zijn eigen ritme weer op en daarmee kregen wij de vrijheid voor het onze. Thuisgekomen keken we heerlijk lui in alle rust samen een kinderfilm. Wat onmogelijk geweest was met Daan. En we aten in alle rust ons avondeten. Wat onmogelijk geweest was met Daan. Ja, onze feestdagen blijven voor altijd anders dan anders, maar het is aan ons om daar een goede invulling aan te geven. Met onze eenvoudige pannenkoekenkerst is ons dat opnieuw gelukt.