Toen Paul en ik een relatie kregen hadden we het na twee weken over onze kinderwens. Na drie maanden vroeg Paul mij ten huwelijk en binnen anderhalf jaar trouwden we. We waren een snel stel, maar dat vonden wij zelf niet bijzonder. Wij hebben gewoon nooit aan elkaar getwijfeld. We wilden allebei graag veel kinderen, dat leek ons leuk en gezellig. Dat had ook best gekund als ik binnen een paar jaar een stel kinderen had gekregen. Maar zo is het niet gegaan. Bijna twee jaar na ons huwelijk beviel ik zeven weken te vroeg van Daan. Ondanks zijn vroeggeboorte had het allemaal goed kunnen aflopen. Maar zo is het niet gegaan. Onze blauwe wolk duurde twee dagen. Daarna volgde het ene slechte nieuws over Daan razendsnel op het andere. Onze wens om veel kinderen te krijgen moest plaats maken voor een overweldigende hoeveelheid zorg, verdriet en onmacht.

Er was jarenlang in geen enkel opzicht ruimte voor een tweede kindje. Met pijn in mijn hart moest ik na enkele jaren aanmodderen zelfs onze kat Fritsje naar het asiel brengen. Die was na Daans geboorte zo gefrustreerd geraakt van het gebrek aan aandacht dat ze onzindelijk werd. We probeerden het nog een poosje met haar, maar het was niet meer op te brengen. De eerste vijf jaar van Daans leven waren tropenjaren. Behalve zorgen, werken, slapen en eten bestond er gewoonweg niets. We wilden nog steeds graag een tweede kindje, maar we vonden het niet verantwoord. Als er in die periode een baby geboren was hadden we die met geen mogelijkheid voldoende zorg en aandacht kunnen geven en was een vroegtijdige uithuisplaatsing van Daan waarschijnlijk erg dichtbij gekomen. Het belang van onze beide kinderen woog voor mij het zwaarst. Bovendien was mijn conditie zo slecht dat ik een zwangerschap fysiek en emotioneel niet had aangekund.

We hadden vijf jaar nodig om enigszins te herstellen van de storm die over ons gezin was geraasd. Pas toen ging het ietsje beter met Daan en begonnen we heel voorzichtig te denken aan een tweede kindje. Die keuze vroeg om moed want het zou immers weer mis kunnen gaan. Toch vertrouwde ik er intuïtief op dat het deze keer goed zou komen. Ik was inmiddels zevenendertig dus zo heel veel tijd hadden we niet meer. Gelukkig raakte ik na een jaar zwanger van Gijs. Intens blij vertelde ik het aan mensen uit de buurt. "Hadden jullie veel eerder moeten doen" zeiden ze. Het deed pijn. Ik zei maar niets, wilde niet in de verdediging.

Aan de zwangerschap en bevalling van Gijs bewaar ik alleen maar mooie herinneringen die mijn verdriet om Daan een beetje hebben verzacht. Ik was dolgelukkig dat alles goed was gegaan. Enkele maanden na Gijs' geboorte werd ik veertig en hoe graag ik Gijs ook nog een gezond broertje of zusje had gegund, het zat er niet meer in. We hadden onze handen meer dan vol aan Daan en Gijs en natuurlijk wist ik dat we een aanzienlijk risico zouden nemen als ik na mijn veertigste nog zwanger zou raken. Onze Gijs was helemaal gezond, wat een groot geluk. Mijn gevoel was duidelijk: het was goed zo.

Het was ergens in mei 2010, ik weet het nog goed. Gijs was net een jaar oud en ons gezin leefde onder hoogspanning. Daan was van zijn kruin tot zijn tenen enorm gefrustreerd omdat hij op school totaal was vastgelopen. Uit onmacht vertoonde Daan extreem moeilijk gedrag dat Paul en mij regelmatig tot wanhoop dreef. Met alle ervaring en creativiteit die we met Daan hadden opgebouwd wisten we vaak niet meer wat we met hem aan moesten. Het was bijna onmogelijk om hem in de buurt van Gijs te laten zijn. Hoe gelukkig we ook waren met Gijs, het was een hele moeilijke tijd. Op een dag stond ik met mijn fiets op onze oprit. Gijs in zijn fietsstoeltje voorop. Ik wilde net wegfietsen toen een vrouw uit ons dorp voorbij liep en mij aansprak. Ze zag ons regelmatig langskomen met twee kinderen op wielen; Paul duwde Daans rolstoel en ik de wandelwagen van Gijs. Ze vroeg mij hoe het met ons ging. Ik vertelde kort over onze moeilijke tijd, over Daans frustratie en onverdraagzaamheid naar Gijs. "Tja, je had ook veel eerder aan een tweede kind moeten beginnen" zei ze vinnig. Het deed pijn. Ik zei maar niets, wilde niet in de verdediging.

Gijs is bijna vijf en met Daan gaat het sinds zijn nieuwe school nu al bijna vier jaar veel beter. We wilden graag veel kinderen, maar er is voor Gijs geen gezond broertje of zusje bij gekomen. Er komen wel vriendjes spelen, maar die zijn er natuurlijk niet altijd. Gelukkig kan Gijs uitstekend alleen spelen. Met Daan samen spelen lukt niet echt, maar soms verzint Gijs een spelletje waar hij Daan bij betrekt. Als Daan een goed humeur heeft doet hij graag mee. Toch kreeg ik het gevoel dat ik Gijs een plezier zou doen met een vriendje in huis, een kat waarmee hij altijd kan knuffelen en spelen. Ooit moesten we Fritsje noodgedwongen wegdoen, daarom kiezen we nu bewust voor een kat uit het asiel. Vorige week vond ik op internet Twan van twee jaar oud die erg lief is voor kinderen en graag speelt. We legden Daan uit dat we samen naar de "poezenwinkel" gingen en dat vond hij leuk. Ook Gijs was enthousiast. We maakten in het asiel kennis met Twan. Daan en Gijs aaiden hem uitgebreid en Twan? Die was blij met ons bezoek en reageerde prima op Daans rolstoel. We waren er dus snel uit.

Vandaag krijgen we dus toch nog gezinsuitbreiding. Vandaag krijgt Twan een nieuw thuis. Vandaag krijgen Daan en Gijs hun nieuwe vriendje en ze zijn er heel blij mee. Ook Paul en ik zijn blij. Ons leven is totaal anders gelopen dan we hadden gedacht, maar we maken er wat van en zijn gelukkig met het belangrijkste wat we hebben: onze liefde voor elkaar en onze kinderen. Het leven is mooi.