Vorige week was ik twee keer op de Zorgboerderij omdat ik afspraken had. En als ik er dan toch ben ga ik natuurlijk ook naar Daan. Die dinsdagavond had ik om acht uur een vergadering. Ik ging wat vroeger zodat ik eerst bij Daan kon zijn op een rustig moment van de dag. Als zijn dagprogramma voorbij is kan dat. Daan zat heerlijk in de belevingstuin te genieten van de nazomeravond. Hij zag er ontspannen uit. Ik ging gezellig bij hem zitten op een bankje. Hij was blij om mij te zien en we hadden een typisch Daan gesprek. “Ik ben zwembad geweest mama” zei Daan tevreden. “Wat gezellig joh” antwoordde ik. “En met wie dan?” vroeg Daan aan zichzelf. “Ambulance ook mee” zei hij toen. Dat klonk dramatischer dan het was. Espérance gaat namelijk elke dinsdag mee zwemmen, maar Daan kan haar naam niet zo goed uitspreken ;) “Wat gezellig dat Espérance er ook bij” was zei ik met een glimlach terwijl ik hem in zijn nek kriebelde. Daan gaat elke dinsdag naar het zwembad dat op die ochtend speciaal voor zijn groepje is afgehuurd. In het water kan Daan zijn stijve spastische lijf veel gemakkelijker bewegen. In het water is Daan tot meer in staat. Dan heeft hij evenwicht, kan hij staan en lopen. Dat geeft hem een gevoel van vrijheid. Ik ben er nooit bij als hij zwemt maar ik hoor de verhalen en die doen goed. Het was tegen half acht en het was rustig op de groep. Een deel van de kinderen was al naar bed. Alleen Daan en zijn groepsgenootje Roy waren nog buiten. Daan en Roy klikken goed met elkaar. Vriendschappen zoals wij die kennen zijn voor Daan niet weggelegd, maar hij heeft merkbaar zijn voorkeuren. Even later wilde de verpleegkundige Roy naar bed brengen. Ik zag vertederd hoe Roy eerst Daan innig omhelsde en hem een dikke zoen op zijn wang gaf. Daan liet het zich heerlijk welgevallen en glimlachte breed zoals alleen hij dat kan. Daarna was ik aan de beurt en kreeg van Roy een enorme zoen op mijn wang. “Roy moet naar bedje toe” zei Daan lief. Ik vond het mooi om te zien. Wat ik hoopte is gebeurd. Daans begeleiders en de kinderen in zijn groepje voelen voor hem als een tweede thuis. In de afgelopen acht maanden zijn ze uitgegroeid tot zijn nieuwe familie. Alsof Daan zijn eigen alternatieve gezin heeft gevormd. Hij voelt zich er veilig en vertrouwd. Dat is voor Daan van wezenlijk belang want het is de voorwaarde om zich te kunnen ontwikkelen. Pas als Daan zich veilig en ontspannen voelt is hij in staat om iets nieuws te leren en dat gebeurt ook. Daans nieuwe familie werkt samen met hem aan het vergroten van zijn ADL zelfstandigheid (ADL = Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen). Dat zijn de gewone dagelijkse dingen. Vorige week heeft Daan bijvoorbeeld helemaal zelf zijn brood gesmeerd en in stukjes gesneden. Dat lijkt simpel, maar voor een zeer slechtziend kind (Daan ziet 20%) met een flink verstoorde fijne motoriek in armen en handen is dat een enorme opgave. Hij zat er anderhalf uur voor aan tafel. Anderhalf uur!! Met veel geduld van zijn begeleider redde hij het. De structuur, de rust en de ruimte die Daan in zijn tweede thuis krijgt doen hem zichtbaar goed. Zo ontspannen als hij nu is heb ik hem de laatste jaren bij ons thuis zelden gezien. Mijn gedachten gaan terug naar september 2014. Toen het keiharde besef doordrong dat ik op was. Dat we allebei op waren. Dat ik gewoon niet meer kon geven wat Daan nodig had. Het vroeg moed om dat te erkennen en het maakte ook heel verdrietig. Ik heb er dagen om gehuild omdat ik wist dat ik het moeilijkste moest gaan doen wat ik ooit in mijn leven had gedaan. Mijn meest kwetsbare kind loslaten in het vertrouwen dat anderen goed voor hem zouden zorgen. In het vertrouwen dat anderen zouden zien wat hij nodig heeft. Dat anderen Daans signalen zouden herkennen. Dat anderen zijn kansen en mogelijkheden zouden zien. Dat anderen de voorwaarden zouden creëren waarbinnen Daan kan functioneren. De uiterste vorm van moederliefde is loslaten. Bij een gezond kind in het vertrouwen dat het zichzelf wel redt. Bij Daan in het vertrouwen dat anderen zich inzetten om hem een fijn leven te geven. Mijn vertrouwen daarin was terecht. Mijn meest kwetsbare kind leidt dankzij die anderen een heel fijn leven. Mijn uiterste vorm van moedergeluk.