Vijftien

Daan werd bijna zeven weken te vroeg geboren. Totaal onverwacht braken mijn vliezen, midden in de nacht. “Weet je zeker dat het vruchtwater is?” vroeg de verloskundige duf en slaperig aan de telefoon. Ja natuurlijk wist ik dat zeker! Ze kwam en bevestigde wat ik zelf al zeker wist. Op die vroege zondagochtend pakten we een tas met spullen in en werd ik opgenomen in het ziekenhuis. Om te bewaken dat ik geen infectie zou krijgen en om de geboorte zo lang mogelijk uit te stellen. Dat lukte maar even. Ondanks weeënremmers begon mijn bevalling na drie dagen in alle hevigheid en was er geen houden meer aan. Daan werd geboren en zag er met zijn vijf pond uit als een mooie volgroeide baby. Maar dat was hij niet. Op heel veel essentiële punten was hij gewoon nog lang niet uitontwikkeld tot een baby die het leven buiten mijn veilige warme buik aan kon. Zijn ademhaling was nog niet goed gereguleerd, soms “vergat” hij adem te halen. Daan had amper een zuigreflex en kon dus niet goed zelf drinken. Hij kon zichzelf ook nog niet goed op temperatuur houden. Ons mooie kindje met zijn zwarte haartjes was weliswaar vijf pond, maar nog veel te kwetsbaar. Dus had hij extra bescherming nodig en lag hij vier weken in het ziekenhuis in een bedje met een warmteplaat, aan allerlei slangen, toeters en bellen. Zuurstof, bewaking, een infuus. Zelf moest ik nog een nachtje blijven en mocht daarna naar huis. Op zich fijn, maar voor mij als kersverse moeder was het ook heel verwarrend. Ik was totaal onverwacht net bevallen van mijn eerste kind. Alles was nieuw, alles was anders. Mijn hormonen buitelden over elkaar heen, maar ik zat thuis. Zonder baby. Sinds de geboorte van Daan heb ik periodes van hevige stress beleefd in een soort roes. Alsof ik in een mist leefde. Ik kreeg door de stress en het extreme slaaptekort geen kans om te herstellen van mijn zwangerschap en bevalling. Ik was en bleef doodmoe. Op mijn reserves deed ik in een waas wat ik moest doen en regelde ik wat ik moest regelen. Maar ik beseft ik heel weinig. Er gebeurde zoveel dat ik geen ruimte meer had voor de wereld buiten mijn gezin. Die bestond eenvoudigweg niet meer. De ingrijpende en hele emotionele momenten staan wel in mijn geheugen gegrift. Soms komen ze ineens naar boven. Komen ze weer tot leven door een simpel woord of door iets wat ik lees. En dan springen de tranen weer net zo hard in mijn ogen. Dat blijft. Maar er zijn ook veel gebeurtenissen en details die uit mijn geheugen zijn gewist. Totaal weg. Ik ben ze compleet vergeten. Extreme stress heeft ervoor gezorgd dat ik soms vergat. Letterlijk. Ik denk dat het een combinatie was van hormonen, extreme vermoeidheid en spanning. Mijn harde schijf was te vol, overbelast. Uit zelfbescherming heeft mijn lichaam gewist. Paul heeft veel meer details onthouden dan ik. Hij onthoudt sowieso extreem veel, daarom is hij ook zo goed in zijn werk. Soms komt er toevallig zo’n herinnering voorbij als we over Daan praten. Dan kijk ik hem stomverbaasd aan en heb werkelijk geen idee waar hij het over heeft. Ik heb zelfs geen “oh ja, dat is waar ook” gevoel. Het is gewoon compleet weg. Daardoor is mijn beeld, mijn plaatje over wat er allemaal is gebeurd niet helemaal compleet. Daarom vind ik het fijn om te praten met iemand die Daan en ons bijna vanaf het allereerste begin heeft meegemaakt. Dan gun ik mezelf de tijd om een ochtend koffie te drinken met Jannie. Zij is de enige die van een kleine afstand heeft gezien en ervaren wat er allemaal met Daan en ons is gebeurd. Toen ons hele leven op de kop stond, we gewoon moesten werken, maar Daan hele dagen bleef huilen op het kinderdagverblijf werd Jannie Daans oppas. Ik plaatste een advertentie in het Voorster Nieuws, de gratis weekkrant in ons dorp. Ik weet de tekst nog. “Lief goedlachs ventje van acht maanden oud zoekt lieve warme oppas voor twee dagen per week.” Boven verwachting kregen we vijf reacties. Een daarvan was Jannie. Doodmoe en met dikke ogen gingen Paul en ik samen met Daan bij Jannie en Gerard op bezoek om te kijken of we een goed gevoel zouden hebben. Dat hadden we. Het klikte gelijk. En zo ging Daan, acht maanden oud, twee dagen per week naar Jannie op de boerderij. Jannie had ook nog vier eigen schoolgaande kinderen dus ze had haar handen meer dan vol. Daan leerde bij haar langzaam omgaan met meer lawaai dan thuis. Hij leerde er (een heel klein beetje) op zijn beurt wachten. Hij mocht de boel vies maken en kon er later in zijn rolstoeltje lekker rond racen op het erf. Jannie maakte ons leven van dichtbij mee. Daans vele huilen, zijn eerste epilepsie aanvallen, de medische onderzoeken en de slechte uitslagen. Dat geeft een bijzondere band. “Ik zie jullie nog zo hier binnenkomen met Daan in de maxi cosi” zei ze deze week. We praatten over de tijd van toen. De beslissingen van nu en de ingewikkelde, verwarrende periode waar we in zitten. “Jullie hebben een groot geluk dat jullie zo’n goede relatie hebben, dat heeft jullie steeds weer gered” zei ze. Dat raakte me, want het is waar. “Je hebt gelijk” zei ik. “Maar dat we het nog steeds zo goed hebben samen is niet vanzelf gegaan. Dat hebben we helemaal aan onszelf te danken. Omgaan met tegenslag in je leven is gewoon hard werken en dat hebben we gedaan.” Ook dat is Jannie niet ontgaan. Soms vragen mensen hoe we dat gedaan hebben. Er gaan tenslotte genoeg mensen om veel minder uit elkaar. Mijn antwoord is onze basis. Wederzijds respect, integriteit, betrokkenheid, heel veel humor, openheid, tweehonderd procent vertrouwen en altijd terug blijven denken aan hoe we ooit samen begonnen zijn. Daardoor hebben we zelfs in onze moeilijkste tijden nooit aan elkaar getwijfeld. Ruim zestien jaar samen en precies vandaag vijftien jaar getrouwd. Die dag hebben we altijd gevierd, ook als daar amper ruimte voor was. Gewoon omdat we dat wilden. Dan vierden we het heel klein, tegen de verdrukking in. Maar vieren deden we. Vandaag vieren we onze trouwdag, onze vijftien jaar. We eten taart met onze prachtige zonen en vanavond gaan we samen uit eten. We vieren vandaag en dat blijven we doen. Ook in onze moeilijke tijden houden we oog voor wat mooi en goed is. Oog voor elkaar. We vieren ons leven. Samen.