Afgelopen maandag was ik jarig. Achtenveertig lentes om precies te zijn. Jarig? Feestje! Logisch toch? Nou nee. Tenminste, niet met een huis vol bezoek. Vieren we het dan niet? Jazeker wel! Maar dan op onze eigen manier. Zo doen we dat al vijftien jaar. Toen Daan thuis woonde vierden we alleen de verjaardagen Daan en Gijs met een feestje. Voor Daan was jarig zijn nogal een ding. Daan flipte sowieso bij alles wat afweek van zijn normale ritme. En een druk feest met een kind dat snel overprikkeld raakt…. dat was bepaald geen feest. Daar hadden Paul en ik nog minstens drie dagen ‘plezier’ van. Een gewone verjaardag was veel te druk voor Daan. daarom hielden we het zeker in zijn eerste jaren klein. In het begin zelfs met een soort bezoekuur. Maximaal twee mensen tegelijk op een afgesproken tijd. Een gehandicapt feestje. Maar tóch. Wel een feestje. En daar ging het om. Want helemaal niet vieren voelde vreselijk. Alsof Daan er niet toe deed. Dat wilde ik echt niet.

 

Uitje
Onze eigen verjaardagen vieren we met een uitje. Voorheen vooral een praktische keus. Als je altijd heel moe bent is rondrennen op je eigen feestje en gezellig doen namelijk nogal een opgave. Dus nam Paul vrij en gingen we ergens koffie drinken. Als je zelden iets kunt ondernemen is dat al heel wat. Tijd voor onszelf, tijd voor elkaar. En daarna met Daan en Gijs ergens naartoe. Ook dit jaar. Daarom namen we Daan zondag mee voor een lunch. Dat vergde wat voorbereiding. Omdat hij normaal om twaalf uur eet pasten we onze planning daarop aan. Ook in ons eigen belang, want als Daan te laat eet wordt hij ongelooflijk chagrijnig. We deden zondag eerst ons vaste rondje op het erf. Wekelijks vaste prik en overslaan geeft een hoop gedoe. Geen goed plan met een lunch in het vooruitzicht. Het was ijskoud en nat, met sjaal en muts gingen we naar buiten. Daarna dronken we koffie en kreeg Daan onze meegebrachte stroopwafel. Ook vaste prik. Ik had als verrassing voor die avond nog iets meegebracht. Jacomiens stoofperen, in druivensap met een kaneelstokje. Daans winterse lievelingseten.

 

Maatstreepje
We gingen op weg en zetten Daan voorin de auto. “Mama jarig frietjes” bromde hij We tilden zijn rolstoel achterin en vertrokken naar eetcafé Ria. Stoelen werden aan de kant geschoven zodat Daan goed aan tafel kon zitten. Een paar minuten later was onze bestelling onderweg. We hadden geluk. Daan had vandaag een ongekend geduld om te wachten. En een goed humeur. Maar dat betekende niet dat hij geen aandacht vroeg. Onophoudelijk stelde hij vragen. En herhaalde ze eindeloos. Ik sloeg een arm om zijn schouders. Schuin naar boven want hij is inmiddels een boom van een vent geworden. De kok van Ria was razendsnel. Met een kwartiertje stond alles op tafel. Frietjes met een kroket voor de jongens, Paul en ik een mooie uitsmijter. Daan at zijn frietjes en terwijl Paul en ik in de gaten hielden of hij genoeg gegeten had. Als Daan iets heel lekker vindt eet hij namelijk letterlijk tot het maatstreepje. We wisten hoe laat het was toen hij moeilijker ging slikken en haalden snel zijn bord weg. Anders zou hij zijn eten zo weer op zijn bord parkeren. Niet grappig en al helemaal niet in het openbaar.

 

Volle luier
Binnenkomen, eten en wegwezen. Zo werkt dat met Daan. Hij was klaar dus gingen zijn handen al naar de wielen van zijn rolstoel om te vertrekken. Maar Paul en ik waren nog aan het eten. Gijs deed zijn best om een liedje te fluiten en Daans humeur sloeg om. “Gijs mag niet fluiten!” Gijs zong een liedje, maar Gijs mocht van Daan ook niet zingen. Gijs mocht eigenlijk helemaal niks. Als vanouds drong Daan onze persoonlijke vrijheid terug. En als vanouds pasten we ons aan om het gezellig te houden. Ik drukte Daan mijn autosleutels in zijn handen om mee te friemelen. Dat gaf ons wat respijt. Toen onze borden ook leeg waren zag ik Daans hoofd verdacht rood worden en hij keek er moeilijk bij. “Paul, ga even betalen” zei ik snel. Deze aankondiging van een volle luier gaf me een ongemakkelijk gevoel zo in het openbaar. “Ah nee hè!” riep Gijs. Het is voor hem ook wat, zo’n grote broer met een luier. In no time waren we het eetcafé uit, maar gelukkig bleek het loos alarm. Eenmaal terug op de Zorgboerderij was Daan boos. Overprikkeld van alle indrukken reed hij bokkig naar zijn kamer. Waar hij ons dankzij Radio 3FM snel vergat.

 

“Verrrrrrrrrrrrukkelijk!”
Wij reden terug. Thuis merkte ik hoeveel energie die paar uur met Daan me hadden gekost. Met een hete kop koffie weggekropen in een grote stoel verheugde ik me alvast op ons uitje voor mijn verjaardag. Een ontspannen dagje Rotterdamse haven met Paul en Gijs. Mijn telefoon bliepte en ik keek. Een appje van de Zorgboerderij: Daan heeft vandaag genoten en vond de stoofpeertjes “verrrrrrrrrrrrrrukkelijk” ? Ik moest lachen. Mijn ingewikkelde lieve Daan. Wat is het toch een heerlijk kind.