Twaalfeneenhalf

Op 30 november 2012 ben ik twaalfeneenhalf jaar getrouwd met Paul. Een dag om bij stil te staan. Na een jarenlange vriendschap viel ik veertien jaar geleden als een blok voor hem. Nuchter, grappig, eigengereid, wars van uiterlijk vertoon, heel integer, leuk en lief. Paul doet zich nooit anders voor dan hij is. Geen dubbele agenda’s. What you see is what you get.
We trouwden twaalfeneenhalf jaar geleden in de volle overtuiging samen een gelukkig leven tegemoet te gaan. Het was een stralende dag met een stralend bruidspaar en prachtig weer. Het geluk spat nog steeds van onze trouwfoto’s. We beloofden elkaar trouw in voor- en tegenspoed, in ziekte en gezondheid. Hoe dat er in ons leven uitziet weten de mensen die ons goed kennen. Maar ondanks alles en dankzij alles zijn wij nog steeds zielsgelukkig samen. En dat had zomaar anders kunnen lopen. Daan werd geboren en vanaf dat moment belandden we in een achtbaan die nooit meer zou stoppen. Ons leven werd een snelkookpan waarin de druk steeds verder opliep. Het slaaptekort, de stress en het verdriet haalden het slechtste in ons allebei naar boven. Maar daar keken wij altijd doorheen. Geen tijd voor onze relatie, geen tijd voor ontspanning. Geen ruimte om over andere dingen te praten dan over Daan. Geen dromen, geen plannen. Onze eigen verlangens en behoeftes stonden in de vriezer en bleven daar jaren staan. Dat vraagt veel. Vaak onmenselijk veel. Dan wordt een mens heel klein. Langs elkaar heen leven en uit elkaar groeien. Ik zie het zo vaak om mij heen. “Het is niet meer zo leuk” zeggen mensen bij tegenslag. Maar wie heeft gezegd dat het leven altijd alleen maar leuk is? Een relatie goed houden in onbezorgde tijden is niet zo moeilijk. Juist in zware tijden komt het erop aan. Elkaar blijven waarderen en accepteren dat je allebei je verdriet op een andere manier verwerkt. In ons leven waren na de geboorte van Daan alle voorwaarden aanwezig om uit elkaar te groeien. Gelukkig is dat niet gebeurd. Wij hielden ondanks alles oog voor elkaar. We zagen het als de ander er helemaal doorheen zat en namen dan automatisch de zorg voor Daan van elkaar over. Paul was mijn rots in de branding. Altijd bleef er die troostende arm om mij heen, die knuffel, die aai door mijn haren en die schouder om op uit te huilen. Onze liefde doofde niet. Onze relatie brandde op de waakvlam. Ik heb aan heel veel dingen getwijfeld de afgelopen jaren, maar nooit aan onze relatie. Onze basis is ijzersterk.
En kijk waar we nu staan. Ik ben er zo trots op dat de vonk tussen ons er nog steeds is. We zijn ouder en veel wijzer. De afgelopen tien jaren hebben ons getekend. Mijn donkere haren werden in rap tempo grijs. We hebben veel verdriet gehad. En nog. Ons leven met een ernstig gehandicapt kind went nooit. Maar we hebben ook geleerd om dubbel te genieten van de mooie momenten in ons leven. Die er óók zijn! Daar moet je alleen wel oog voor hebben. Dat talent heeft Paul in zijn genen. Hij is manisch positief, dat is een mooie eigenschap. En ik heb in dat opzicht heel veel bijgeleerd. Zouden wij tijdens onze liefdevolle ontmoeting in 1998 hard weggerend zijn als we alles van tevoren hadden geweten? Nee, absoluut niet. De handicap van Daan doet niets af aan wat Paul en ik samen hebben. Ik zou het zo weer overdoen.

 

If I could save time in a bottle,

The first thing that I'd like to do
Is to save everyday till eternity passes away

Just to spend them with you.

If I could make days last forever,

If words could make wishes come true,

I'd save everyday like a treasure and then,

Again, I would spend them with you.



If I had a box just for wishes

And dreams that would never come true,

The box would be empty except for the memory of how

They were answered by you.


But there never seems to be enough time

To do the things you wanna do

Once you find them.
I've looked around enough to know that

You're the one I wanna go through time with


(Jim Croce: Time in a bottle)