Intieme vragen


Het is donderdagochtend. Gijs is naar de peuterspeelzaal. Ik ga vanmiddag iets leuks met hem doen,  maar verplant eerst nog een paar struiken in de tuin. Zodra ik klaar ben zet ik even koffie. Ik kijk op mijn horloge en zie dat ik nog net tijd heb om even te bellen voor ik Gijs moet ophalen. Daans luiers zijn bijna op en ik weet niet wanneer er nieuwe bezorgd worden.
Ik bel met de leverancier en hoor een bandje dat alle medewerkers in gesprek zijn. Na tien minuten wachten krijg ik een mevrouw aan de lijn. Ik geef haar Daans gegevens en vraag wanneer nieuwe luiers worden geleverd. “Over twee weken” zegt de mevrouw aan de telefoon. Ik schrik. Dat gaan we niet redden met onze voorraad zeg ik bezorgd.   Het is echt nodig dat die levering eerder komt. “Dat is vervelend voor u, maar ik mag u niet eerder leveren.” zegt de mevrouw.  Ik schiet in de stress. “Waarom niet?” vraag ik. “Tja uw zoon gebruikt teveel luiers” zegt ze. Ik val even stil. “Teveel luiers?????” vraag ik.  “Ja hij gebruikt meer dan vijf luiers per dag en dat wil de zorgverzekeraar niet meer vergoeden. Hij mag er maximaal vijf per dag gebruiken.” Ik ben perplex en weet even niet wat ik moet zeggen. “Maar vijf luiers per dag, dat kan echt niet” zeg ik. “Onze zoon heeft er minstens zeven per dag nodig”. De mevrouw zucht.”Nou in dat geval moet u eerst zorgen voor een verklaring van de arts van uw zoon.” Ik begrijp er niets van . “Maar u heeft toch een artsenverklaring liggen over de handicap van onze zoon?” vraag ik. “Jawel, maar die verklaring was voor de vorige ziektekostenverzekeraar” zegt de mevrouw. “U bent inmiddels overgestapt naar een nieuwe verzekeraar en nu moet er een nieuwe artsenverklaring komen. De nieuwe verzekeraar geeft daarna een machtiging af dat uw zoon meer dan vijf luiers mag gebruiken en pas dan gaan ze weer betalen.”
Ik geef het nog niet op. “Maar wat moet er op zo’n verklaring nou nog meer staan? U weet toch dat mijn zoon meervoudig gehandicapt is?” vraag ik. “Dat klopt mevrouw, maar we weten niet waarom hij meer dan vijf luiers per dag gebruikt. Komt dat ook door zijn handicap?” Mijn mond valt open. Ik  vind deze vraag veel te ver gaan en ben zo langzamerhand woedend over dit krankzinnige gesprek en de tijd die ik er mee kwijt ben. Ik krijg de neiging om te vragen hoe vaak deze mevrouw per dag plast en poept, of hoeveel condooms ze gebruikt, maar ik bedenk me net op tijd dat ik daar vast niets mee bereik. Onze discussie gaat nog even door, maar ik ontkom er niet aan. Ik sta voor het blok. Geen artsenverklaring betekent geen luiers voor Daan. En ik móet dit vandaag regelen, anders zijn we echt door onze voorraad luiers heen. Ik beëindig het gesprek.
Ik zucht. Eerst Gijs halen. Ik ben al bijna te laat. Als we thuis gegeten hebben en het wc ritueel achter de rug is zeg ik tegen Gijs: “sorry, we kunnen nog niet weg. Mama moet echt eerst nog even bellen.” Gijs kijkt teleurgesteld maar zegt niets. Hij weet genoeg. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt. Hij gaat lief spelen in de kamer. Maar ik vind dit echt niet leuk.
Ik bel eerst de zorgverzekeraar. Na tien minuten in de wacht krijg ik een mevrouw aan de lijn. Ik vertel mijn verhaal. “Ach” zegt deze mevrouw begrijpend, “wat vervelend voor u. Nou de leverancier heeft een foutje gemaakt hoor, u heeft helemaal geen machtiging van ons nodig.” Ik ben blij dat te horen, bedank deze mevrouw en bel snel de leverancier weer terug. “Tsja”, zegt dezelfde mevrouw van de vorige keer, “dat kan de zorgverzekeraar wel zeggen, maar wij hebben hier een contract liggen met hen en daar staat toch echt in dat u een verklaring van de arts moet inleveren.” Wat ik ook zeg, ze blijft bij haar standpunt.
Ik heb blijkbaar geen keus. Ik bel het revalidatiecentrum en vraag een artsenverklaring op bij de secretaresse van onze revalidatiearts.  Ze luistert naar mijn verhaal over het aantal luiers en zegt dat ze dit probleem heel vaak hoort. Ze zal er snel voor zorgen dat onze arts een verklaring faxt naar de luierleverancier. Binnen een uur krijg ik een mail van haar dat ze dat heeft gedaan. Super geregeld, ik mail haar een bedankje terug.
Ik bel de mevrouw van de luierleverancier dat de artsenverklaring eraan komt en vraag of het nu geregeld is. Helaas is dat is niet zo want ze ziet nog geen fax. Ze zal mij wel bellen zodra de artsenverklaring binnen is. Nu moet ik gewoon even afwachten.
Ik leg de telefoon neer. Daar zit ik dan. Het is na al deze telefoontjes ruim halverwege de middag. Te laat om er nog met Gijs op uit te gaan, want Daan komt al bijna weer thuis. De leuke middag van Gijs is in rook opgegaan en ik weet na twee uur bellen nog niet eens of we die luiers wel op tijd zullen krijgen…. Mijn tranen komen vanzelf. Wat voel ik me rot nu.
De volgende dag belt de mevrouw van de luierleverancier. Ze vertelt mij dat ze de artsenverklaring heeft gekregen, maar dat is niet voldoende. Ik moet nogmaals de ziektekostenverzekeraar bellen voor een machtiging dat Daan meer dan vijf luiers per dag mag gebruiken. Ik ontplof. “Weet u wat, belt u zelf maar naar de verzekeraar” zeg ik boos.   “U heeft nu toch die artsenverklaring?” “Maar daar kan ik niet aan beginnen hoor” zegt de mevrouw. “Weet u wel hoeveel tijd mij dat kost?” ………. “EN WEET U WEL HOEVEEL TIJD MIJ DIT KOST???” roep ik woedend. Ik ben weer randje tranen. De mevrouw hoort het en bindt in. “Ik vind het heel vervelend voor u” zegt ze op een hele andere toon. Ze biedt alsnog aan zelf te bellen en zal met spoed de luiers laten leveren.
 Het is ongelofelijk. Ik heb ruim twee uur gebeld omdat Daan zeven luiers per dag gebruikt terwijl een of andere onderzoeker kennelijk vastgesteld heeft dat het er maar vijf mogen zijn. De eerste de beste crimineel in dit land krijgt een pro deo advocaat. En ik? Ik ben gewoon moeder van een gehandicapt kind en ik word behandeld alsof ik zoveel mogelijk medische kosten wil maken. Ik moet mij verantwoorden tot ik er bij neerval. Zelfs als dat gaat over hoe vaak Daan per dag moet poepen en plassen. Ik wil dit niet meer. Ik wil geen intieme vragen. Ik wil gewoon iemand aan de telefoon die zegt “dat gaan we even goed voor u regelen mevrouw Wolfkamp zodat u niet steeds hoeft te bellen.” Dát wil ik graag. Dan kan ik het beetje energie dat ik nog over heb na het zorgen voor Daan gebruiken voor Paul, Gijs enne… oh ja. Voor mezelf.